Alles over de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen en verzekeraars
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen kan een korting opleveren bij de verzekeraar, maar die korting zit al langer in een dalende trend. Steeds vaker verlenen verzekeraars geen korting meer of is het keurmerk zelfs een eis geworden. Dat laatste is met name het geval bij waardevolle inboedels. Hoe dan ook is een goede inbraakbeveiliging geen overbodige luxe.
Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen?
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) is een onafhankelijk keurmerk dat aangeeft dat een woning aan bepaalde beveiligingsstandaarden voldoet. Het concept komt uit Engeland overgewaaid (“Secured by Design”) en geeft aan dat een woning geen zwakke plekken heeft die het een inbreker eenvoudiger maakt en dat er voldoende inbraakvertragers aanwezig zijn. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen geeft met andere woorden niet aan dat inbreken onmogelijk is geworden, maar enkel dat het de inbreker voldoende lastig wordt gemaakt. Dit zou moeten volstaan om gelegenheidsinbrekers op een afstand te houden. Wanneer een woning aan de eisen voldoet, kent men een officieel keurmerk toe en wordt er ook een sticker op de voor- en achterdeur geplakt.
Wat zijn de eisen voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen?
Om een PKVW-certificaat te kunnen krijgen, moet de woning aan allerlei eisen voldoen. Deze eisen hebben grotendeels betrekking op inbraakpreventie, maar ook op sociale veiligheid. De eisen verschillen onder andere in functie van het type bebouwing. Hieronder is per type bebouwing aangegeven welke eisen er gelden, inclusief een woordje uitleg.
Eisen voor een bestaande eigen woning
Eis W1 – verlichting en zichtbaarheid van toegangsdeuren
Woningdeuren moeten voldoende verlicht zijn zodat ze vanuit andere woningen of vanaf de openbare weg zichtbaar zijn en zodat anderen kunnen zien wie er voor de deur van de woning staat. Deze eis geldt zowel voor de voor- als voor de achterdeur, net zoals voor (balkon)deuren die door opklimming bereikbaar zijn op de eerste en tweede woonlaag.
Aanbrengen van verlichtingsarmatuur bij voor-, zij- en achterdeuren (niet noodzakelijk als er door nabije openbare verlichting al voldoende zichtbaarheid wordt gegarandeerd)
Verlichtingsarmatuur op de eerste en tweede woonlaag bij (balkon)deuren (niet noodzakelijk als de route naar de balkondeur al wordt verlicht)
Bij voordeuren met een terugligging van meer dan 40 centimeter moet er altijd een verlichtingsarmatuur zijn aangebracht en moet de verlichting de deur direct verlichten
Een centraal aangebracht verlichtingsarmatuur kan volstaan als er meerdere deuren in een gevelvlak zijn, maar dit moet dan wel alle deuren verlichten binnen een afstand van 7,5 meter
Zonne-energielampen met bewegingsdetectie zijn toegestaan als ze een kleurweergave van ten minste 70 Ra, een minimale brandduur van 20 dagen bij 15 schakelingen per nacht en een verlichtingsniveau van minstens 2 lux hebben (te meten op de vloer, op 100 centimeter van de deur en bij een montagehoogte van 180 centimeter)
De bewoner moet achter de voordeur kunnen zien wie er voor de voordeur staat. Dit kan op veel manieren worden bereikt (bv. digitale deurbel, deurspion, deurruit, kierstandhouder enzovoort)
Eis W2 – deuren die toegang verlenen tot de woningen moeten minstens 3 minuten inbraakvertragend werken
Het toegepaste gevelelement moet minstens 3 minuten inbraakwerend zijn (PKVW Productenlijst), door een erkend keuringsinstituut getoetst en goedgekeurd zijn of de beweegbaarheid van de deur moet opgeheven zijn door de deur in het kozijn vast te schroeven
Er moet een SKG-gecertificeerde voorziening tegen cilindertrekken zijn toegepast (minstens 15 kN)
Aanwezig glas moet ten minste enkelvoud float- of draadglas zijn
Deurruiten die kleiner zijn dan 120 cm² en waarbij beide dagmaten 15 cm of groter zijn, moeten zijn uitgevoerd conform de beveiligingsrichtlijn. Inbraakwerende folie is niet toegestaan, maar het aanbrengen van polycarbonaat of inbraakwerende beglazing wel.
Sleutelkluisjes moeten minimaal een SKG 2*-classificatie hebben en een sleutelbedienbaar sleutelkluisje moet een halve cilinder hebben met SKG 3*-classificatie
Alle bereikbare deuren die een slot hebben met een halve cilinder aan de binnenkant moeten voorzien zijn van gecertificeerd blind beslag met ten minste SKG 2*-classificatie
Eis W3 – bereikbare ramen en ventilatieopeningen moeten minstens 3 minuten inbraakvertragend werken
Het gaat enkel om ramen of ventilatieopeningen waarbij alle dagmaten minstens 15 centimeter bedragen
Het toegepaste gevelelement moet minstens 3 minuten inbraakwerend zijn (PKVW Productenlijst), door een erkend keuringsinstituut getoetst en goedgekeurd zijn of de beweegbaarheid van het raam moet opgeheven zijn door het raam in het kozijn vast te schroeven. Het volstaat ook om het raam door een vaste vakvulling te vervangen, al dan niet met een ventilatierooster
Bij beweegbare, vaste ramen waarvan het glasoppervlak kleiner is dan 120 cm² moet het glas worden geplaatst conform de beveiligingsrichtlijn
Het glas moet minstens enkelvoudig float- of draadglas zijn
Eis W4 – kelderramen, luiken, lichtkoepels en dakramen moeten minstens 3 minuten inbraakwerend zijn
Het gaat enkel om lichtkoepels, dakramen of kelderramen waarbij alle dagmaten minstens 15 centimeter bedragen
Kelderramen of -luiken die lager liggen dan het grondoppervlak en die bereikbaar zijn, moeten aan de eis W3 voldoen. Afsluitbare roosters kunnen volstaan, maar dit moet dan wel ter beoordeling aan de CCM (Commissie voor Compenserende Maatregelen) worden voorgelegd
Dakramen moeten aan de eis W3 voldoen
Lichtkoepels moeten goedgekeurd zijn door een erkend keuringsinstituut (weerstandsklasse 2), een conformiteitsverklaring van minimaal 3 minuten inbraakwerendheid hebben verkregen of voorzien zijn van goedgekeurde inbraakwerende producten uit de PKVW Productenlijst
Eis W5 – Aanwezigheid van rookmelders
Op elk vloerniveau moet er minimaal één functionerende rookmelder worden geplaatst, behalve in ruimtes waarbij de beloopbare vloeroppervlakte minder is dan 8 m² en de hoogte lager is dan 190 centimeter (bv. kruipzolders)
Als een zolderetage niet aan bovenstaande uitzondering voldoet, moet er een rookmelder worden geplaatst
Reeds geplaatste en goed functionerende rookmelders hoeven niet vervangen te worden, maar nieuwe rookmelders moeten minimaal over een CE-merkteken (norm EN 14604) beschikken
Eis W6 – Voorlichting en informatie
Het is belangrijk dat bewoners voldoende advies en informatie krijgen over de vluchtroutes, het sleutelbeheer, de beveiligingsvoorzieningen et cetera. Dergelijke voorlichting kan schriftelijk of via persoonlijk contact plaatsvinden. PKVW-bedrijven zullen meestal een persoonlijk kennismakingsgesprek vastleggen en mondeling advies uitbrengen, gevolgd door een schriftelijk advies waarin alles nog eens wordt vastgelegd.
Eisen voor een bestaand wooncomplex
Eis C1 – Toegankelijkheid en verlichting bij de toegang tot het woongebouw
Het woongebouw mag niet vrij toegankelijk zijn en er moet een ontsluitingssysteem zijn aangebracht. Dit moet de bewoners ook de mogelijkheid bieden om elkaar en bezoekers te herkennen.
Afsluiten van brandtrappen, galerijen en noodtrappenhuizen met een hek dat bediening vanaf de buitenzijde moet tegengaan
De hoofdingang moet over een deur beschikken dat aan de C2-eis moet voldoen (zie verder). Daarnaast moet er een bellenbord voorzien zijn, net zoals een intercom en de optie om de buitendeur van bovenaf te ontsluiten
De hoofdingang moet binnen van voldoende verlichting voorzien zijn
Aan de buitenzijde van de entreedeur moet er minstens één verlichtingsarmatuur met schemerschakeling worden aangebracht (kleurweergave van minstens 60 Ra)
Eis C2 – Toegankelijkheid en verlichting bij gemeenschappelijke ruimten
Deze eisen gelden ten opzichte van alle deuren die toegang geven tot diverse gemeenschappelijke ruimten, zoals binnentuinen, bergingen, brandtrappen, parkeergarages enzovoort. Hier moet er aan volgende eisen voldaan zijn:
De deuren moeten zelfsluitend zijn
Via voorzieningen moet het flipperen van deuren voorkomen worden
Deuren in vluchtroutes mogen enkel vanaf de binnenkant geopend kunnen worden en mogen aan de buitenkant geen beweegbare deurknop hebben
Er moet een helder glas in of direct naast de deur worden aangebracht (bv. spiegeldraadglas)
Bij toegangsdeuren en nooduitgangsdeuren die op het openbaar terrein uitkomen, moet er een verlichtingsarmatuur worden aangebracht (behalve wanneer openbare verlichting volstaat)
Over de hele oppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte moet er heldere, gelijkmatige en niet-verblindende verlichting zijn aangebracht
Buitengalerijen en de daarbij horende woningentrees moeten gelijkmatig en goed verlicht zijn
Uitschakelen of dimmen van licht in een bergingencomplex of fietsenstalling is toegestaan, maar het licht moet minimaal 10 minuten blijven branden bij het betreden van de ruimte. Dimmen krijgt bovendien de voorkeur op uitschakelen
Eis C3 – Eisen aan een collectief bergingencomplex
Bij max. 50 individuele bergingen moet de toegangsdeur aan de C2-eis voldoen en anders geldt de C4-eis
Elke individuele bergingsdeur moet minstens 3 minuten inbraakwerend zijn
Elke individuele bergingsraam moet inbraakwerend uitgevoerd zijn (zie de C8-eis)
Het complex moet overzichtelijk zijn door transparant glas aan te brengen bij of in de toegangsdeuren. Er mogen geen nissen of donkere hoeken zijn. Eventueel moeten niet-manipuleerbare spiegels worden aangebracht om onoverzichtelijke situaties op te heffen
Let op: verlichtingseisen bij toegangsdeuren vanaf de buitengevel blijven onverwijld gelden
Eis C4 – Eisen aan de collectieve fietsenstalling
De fietsenstalling moet minimaal 3 minuten inbraakwerend zijn. Hiervoor moet de toegangsdeur een zelfsluitende vluchtdeur zijn en voorzien zijn van een slot met nachtschootuitwerper
Glas in de nabijheid van de deur of in de deur moet inbraakwerend zijn
Deuren die naar buiten draaien moeten beschikken over SKG 2*-scharnieren
Hekwerk moet afgeschermd zijn tegen bediening van buitenaf
Verlichting moet aan de C2-eis voldoen
Ramen moeten aan de C8-eis voldoen
Er moet minimaal 1 stallingsplaats voorzien worden per woning met een eenpersoonshuishouding. Voor andere woningen geldt een minimum van 1,5 per woning
Eis C5 – Eisen aan achterpaden
Achterpaden moeten goed verlicht zijn en overzichtelijk zijn. Deze eisen gelden ook voor verbindingspaden.
Er moet voldoende verlichting zijn met een kleurweergave van minimaal 60 Ra, maar openbare verlichting kan volstaan
De verlichting moet worden ingeschakeld door middel van een schemerschakeling
Overhangend groen, bouwsels en/of obstakels moeten worden weggehaald om de overzichtelijkheid te garanderen
Eis C6 – Eisen aan parkeergarages die horen bij het wooncomplex
De eisen zijn grotendeels afhankelijk van het aantal parkeerplaatsen.
≤ 25 parkeerplaatsen | > 25 parkeerplaatsen | |
---|---|---|
Gemiddelde horizontale verlichtingssterkte | 20 lux (Em) met een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh en een kleurweergave van minstens 60 Ra | 40 lux (Em) met een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh en een kleurweergave van minstens 60 Ra |
Dimmen | Toegestaan tot een niveau van min. 2 lux (Em), een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh en een kleurweergave van minstens 60 Ra | Toegestaan tot een niveau van min. 4 lux (Em), een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh en een kleurweergave van minstens 60 Ra |
Betreden garage | Per 15 meter automatisch naar het vereiste niveau gaan en gedurende minstens 10 minuten op dit niveau blijven | Per 15 meter automatisch naar het vereiste niveau gaan en gedurende minstens 10 minuten op dit niveau blijven |
Toegangsdeuren moeten steeds verlicht blijven over een lengte van minstens 7,5 meter na de toegangsdeuren
Er mogen max. 35 individuele bergingen in de parkeergarage uitkomen
Helder doorzichtig (spiegeldraad)glas in alle deuren van toegankelijke ruimtenToegangsdeuren naar het wooncomplex moeten aan de C2-eis voldoen
Eis C7 – Eisen aan de verlichting van openbaar toegankelijke parkeerterreinen
Er moet vanuit minstens twee woningen zicht zijn op het openbaar toegankelijk parkeerterrein en max. 20% mag buiten het gezichtsveld van de woningen vallen
Objecten en groenvoorzieningen mogen het zicht op geparkeerde voertuigen niet ontnemen
Er moet voldoende verlichting voorzien zijn (gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van min. 2 lux (Egem) / 0,4 lux (Emin) en dit met een gelijkmatigheid van minimaal 0,2 Uh en een kleurweergave van minstens 60 Ra
Bij een combinatie van overdekt en in open lucht parkeren, gelden extra eisen:
Er mogen geen dode hoeken zijn bij de overdekte parkeerplaatsen
Als het terrein maximaal 25 overdekte parkeerplaatsen heeft, moet de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte minstens 20 lux (Em) bedragen met een kleurweergave van minstens 60 Ra en een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh
Als het terrein meer dan 25 overdekte parkeerplaatsen heeft, moet de horizontale verlichtingssterkte minstens 40 lux (Em) bedragen met een kleurweergave van minstens 60 Ra en een gelijkmatigheid van minstens 0,3 Uh
Eis C8 – Eisen m.b.t. de toegankelijkheid van bergingen, garages of schuren
Er mag geen glas worden aangebracht in deuren van individuele bergingen
Beglazing van ramen met een glasoppervlakte kleiner dan 120 cm², waarbij alle dagmaten minstens 15 cm bedragen, moet aan de eisen van de beveiligingsrichtlijn voldoen
Op deuren, ramen of ventilatieopeningen moeten gecertificeerde producten worden toegepast, ze moeten erkend zijn volgens weerstandsklasse 2 of ze moeten een conformiteitsverklaring verkregen hebben
De eisen voor ramen en ventilatieopeningen worden ook gehaald wanneer de beweegbaarheid wordt opgeheven door het vast te schroeven in het kozijn, door een van de dagmaten tot minder dan 15 cm te beperken of door het raam door vast glas of door een vaste vakvulling te vervangen
De maximale vrije ruimte onder een bergingsdeur mag niet meer dan 5 cm bedragen
Eis C9 – Eisen m.b.t. de verlichting van bergingen, garages en schuren
Er moet aan de buitenzijde voldoende verlichting zijn aangebracht zodat inbrekers worden afgeschrikt. Deze eisen gelden ten aanzien van garages, schuren en bergingen die geen toegang geven tot woningen.
Bij elke toegangsdeur moet een verlichtingsarmatuur zijn gemonteerd of er moet voldoende openbare verlichting of achterpadverlichting zijn
Onder voorwaarden is het gebruik van een zonne-energielamp met bewegingsdetectie toegestaan (zie hiervoor de eisen die ook onder W1 zijn weergegeven)
Strengere eisen voor nieuwbouwprojecten
Bovenstaande eisen gelden enkel wanneer bestaande woningen worden aangepast. Voor nieuwbouwwoningen is het eenvoudiger om meteen nog betere maatregelen te treffen. Voor bouwheren is het dan ook mogelijk om de PKVW-eisen al meteen in een vroeg stadium in de bouwplannen op te nemen. Hier zijn de bouweisen niet alleen uitgebreider, maar ook complexer. Het is belangrijk om dit vooraf goed te bespreken met de bouwheer. Aannemers kunnen hierbij een PKVW-bouwplanadviseur inschakelen.
Stappenplan om het Politiekeurmerk Veilig Wonen te verkrijgen
Onderstaand stappenplan geeft aan hoe een woningeigenaar het PKVW-keurmerk kan verkrijgen. Het gaat hierbij om bestaande woningen die langer dan twee jaar zijn opgeleverd.
Bepaal de verbeterpunten
Op basis van de PKVW-eisen is het mogelijk om zelf de verbeterpunten te bepalen, maar het is nog handiger om hiervoor een beroep te doen op een PKVW-expert. De expert voert dan een eerste controle uit en gaat na wat er zoal noodzakelijk is. Soms zijn hier kosten aan verbonden, maar veel experts doen dit ook gratis en brengen vervolgens een offerte uit voor de verbeterwerken.
Voer de werken uit of laat ze uitvoeren
De expert zal de werken uitvoeren, maar het is natuurlijk ook mogelijk om zelf de nodige verbeterwerken uit te voeren. Dit zelf doen is alleen aangeraden voor wie hier reeds ervaring mee heeft.
Controle
Na de uitvoering van de werken volgt er opnieuw een controle. Wanneer alles goed is, volgt meteen ook de goedkeuring. De expert zal de nodige informatie voorzien en het PKVW-bedrijf zal het certificaat bezorgen. De stickers kunnen nu zichtbaar worden opgehangen zodat ook misdadigers op de hoogte zijn van de uitstekende beveiliging.
Breng de verzekeraar op de hoogte
Bij veel verzekeraars hebben verzekerden recht op een korting eenmaal ze aan de PKVW-eisen voldoen. Breng de verzekeraar daarom op de hoogte en bezorg een kopie van het PKVW-certificaat. Als de huidige inboedelverzekeraar geen korting toekent, kan het interessant zijn om over te stappen naar een andere inboedelverzekeraar.
Korting bij verzekeraars
Wanneer een woning aan de PKVW-eisen voldoet, kennen veel inboedelverzekeraars een korting toe. Dat komt omdat het risico op inbraakschade drastisch afneemt. Of er al dan niet een korting wordt toegekend en hoe groot die korting is, verschilt echter van verzekeraar tot verzekeraar. Hieronder is een overzicht weergegeven van de toepasselijke kortingen. Sommige verzekeraars geven geen transparante korting aan, maar geven aan dat de exacte korting op aanvraag kan worden verkregen. Dit is hieronder ook zo aangegeven.
Inboedelverzekeraar | Korting bij PKVW-certificaat | Laatste update |
---|---|---|
ABN AMRO | Korting op aanvraag mogelijk | 03/12/2023 |
Aegon | Geen korting | 03/12/2023 |
ANWB | 10% | 03/12/2023 |
ASR verzekeringen | Geen korting | 03/12/2023 |
Centraal Beheer | Geen korting | 03/12/2023 |
De Goudse | Max. 15% | 03/12/2023 |
Ditzo | Geen korting, maar soms een vereiste | 03/12/2023 |
Generali | Max. 15% | 03/12/2023 |
De Goudse | Max. 15% | 03/12/2023 |
HEMA | 10% korting | 03/12/2023 |
ING | Geen korting | 03/12/2023 |
InShared | 5% korting op de jaarpremie van de inboedelverzekering | 03/12/2023 |
Interpolis | Tot 14% korting via de Veiligheidsmeter in de Interpolis App | 03/12/2023 |
Klaverblad | Tot 10% korting | 03/12/2023 |
Nationale-Nederlanden | 2 tot 6 % | 03/12/2023 |
OHRA | 15% | 03/12/2023 |
REAAL Verzekeringen | Geen korting | 03/12/2023 |
SNS Bank | Geen korting | 03/12/2023 |
Univé | Geen korting | 03/12/2023 |
Verzekeruzelf.nl | 8% | 03/12/2023 |
De voorwaarden kunnen voortdurend wijzigen en het is een onmogelijke opgave om alles voortdurend bij te houden. Informeer daarom steeds bij de verzekeraar naar de laatste stand van zaken.
Veelgestelde vragen over het Politiekeurmerk Veilig Wonen
Heb ik recht op een subsidie om mijn woning inbraakveilig te maken?
In sommige gemeenten en bij sommige woningcorporaties kunnen huurders een subsidie of korting krijgen op uitgaven voor woningbeveiliging. Vaak staat er in de voorwaarden dat de woningbeveiliging dan moet voldoen aan de PKVW-eisen. Sommige gemeenten hebben gelijkaardige subsidies voor woningeigenaars die in inbraakbeveiliging investeren. Informeer steeds bij de woningcorporatie of de gemeente of en welke voordelen er zijn.
Volstaat het Politiekeurmerk Veilig Wonen om inbrekers op afstand te houden?
Neen. Andere voorzorgsmaatregelen blijven belangrijk. Laat deuren dus niet open, verstop geen sleutels onder het tapijt en hang geen briefjes op de deur die de afwezigheid aankondigen. De pakjesbezorger merkt na het aanbellen heus wel vanzelf dat er niemand aanwezig is. Daarnaast blijft het belangrijk om waardevolle spullen niet in het zicht te laten liggen, lampen te vervangen en begroeiing weg te halen.
Ben ik automatisch veilig met producten van de PKVW Productenlijst?
Neen. Ze moeten in de eerste plaats vakkundig worden aangebracht. Dit kan de bewoner zelf doen, maar wanneer de bewoner daar geen ervaring mee heeft, laat hij of zij het beter over aan een expert. Daarnaast geven fabrikanten en verkopers soms aan dat bepaalde producten geschikt zijn omdat ze op de lijst staan, maar dat volstaat niet altijd. Zo staan er op de lijst soms beperkingen, bijvoorbeeld wat de ondergrond of het type betreft. Ook hiermee dient rekening te worden gehouden.
Wat betekent het sterrensysteem van SKG?
De SKG-sterren geven aan in welke mate een product inbraakwerend is. Een ster geeft aan dat een product de prestatie van drie minuten inbraakwerend niet haalt. Twee sterren geeft aan dat een product wel aan deze eis voldoet. Bij drie sterren werkt het product zelfs tot 5 minuten of langer inbraakwerend. Voor particuliere woningen is het aangeraden om altijd producten te gebruiken die minstens 3 minuten inbraakwerend werken.
Hoelang blijft het PKVW-certificaat geldig?
Vanaf de datum van afgifte blijft het certificaat 10 jaar geldig. Nadien kan er een nieuw certificaat worden aangevraagd. Mogelijk zijn inbrekers op 10 jaar tijd spitsvondiger geworden en is het noodzakelijk om opnieuw een aantal aanpassingen uit te voeren. Het is eveneens aangeraden om rookmelders elke 10 jaar te vervangen, maar volgens de huidige PKVW-eisen is dat geen harde verplichting.