EN

Strafrechtelijke procedure

Bij de strafrechtelijke procedure zijn verschillende partijen betrokken, waaronder de verdachte en het Openbaar Ministerie (OM). Het OM wordt vertegenwoordigd door de officier van justitie. Het is de officier van justitie die beslist om iemand al dan niet te vervolgen op basis van de informatie die beschikbaar is. De rechter zal vervolgens beslissen of de verdachte schuldig of onschuldig is.

Inhoudsopgave

    Strafrechtelijke procedure

    Vervolging bij een strafbaar feit

    Om een strafrechtelijke procedure op te starten, dient men te vermoeden dat er sprake is van een strafbaar feit. Enkel feiten die strafbaar zijn gesteld, staan open voor veroordeling. In het strafrecht zijn er twee soorten strafbare feiten: de overtredingen en de misdrijven. Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten, overtredingen zijn eerder lichte vergrijpen. Veel strafbare feiten staan in het Wetboek van Strafrecht, maar ook andere wetten kunnen strafbare feiten bevatten. Voorbeelden hiervan zijn de Warenwet, de Leerplichtwet en de Opiumwet.

    Rechten en plichten bij een strafbaar feit

    Indien men denkt dat er sprake is van een strafbaar feit, heeft de verdachte een aantal rechten. Zo heeft de verdachte recht op bijstand voorafgaand aan het verhoor en mag een verdachte niet onnodig lang vast worden gehouden. Het is belangrijk dat een verdachte goed op de hoogte is van zijn rechten en plichten.

    Rechten en plichten bij het verhoor

    De politie mag een verdachte verhoren op het politiebureau indien men vermoedt dat er sprake is van een strafbaar feit. Op het politiebureau krijgt men altijd een brochure met daarin de rechten, bijvoorbeeld het recht op een advocaat. Sinds 2017 hebben verdachten het recht om ook voorafgaand aan het politieverhoor een advocaat te raadplegen. Kort samengevat heeft de verdachte de volgende rechten en plichten:

    • Recht op een gratis tolk indien de verdachte onvoldoende Nederlands spreekt of begrijpt

    • Verplichting om zich te identificeren (neem een paspoort of rijbewijs mee naar het verhoor)

    • Recht op een advocaat voor en tijdens het verhoor

    • Recht om te zwijgen en vragen niet te beantwoorden

    • Recht om te weten van welk strafbaar feit men wordt verdacht

    • Recht op dringende medische zorg of medicijnen

    • Recht om stukken in te zien, tenzij de officier van justitie beslist dat dit niet mag

    Als de officier van justitie beslist dat je op het bureau moet blijven, mag je vragen dat een derde op de hoogte wordt gebracht (bijvoorbeeld je partner). Wie niet de Nederlandse nationaliteit heeft, mag ook vragen dat de ambassade of het consulaat op de hoogte wordt gebracht.

    Recht op een advocaat

    De verdachte heeft altijd recht om voorafgaand aan een verhoor met zijn of haar advocaat te spreken. De advocaat mag ook tijdens het verhoor aanwezig zijn. De advocaat zal uitleg geven over het strafbare feit, zal juridisch advies geven, zal uitleggen hoe het verhoor zal verlopen, zal de rechten en plichten uitleggen en zal eventueel contact opnemen met de familie of de werkgever. De politie mag niet meeluisteren bij het gesprek met de advocaat.

    Aan het begin en aan het einde van het verhoor mag de advocaat opmerkingen maken aan de verhorende ambtenaar. Tijdens het verhoor mag de advocaat in principe niet ingrijpen, maar er zijn wel uitzonderingen. Zo mag de advocaat om een onderbreking vragen voor overleg. De advocaat mag de verhoorder er ook op wijzen dat zijn cliënt bepaalde vragen niet begrijpt, onder druk wordt gezet of door de medische situatie niet in staat is om verder verhoord te worden. Na afloop van het verhoor zal de advocaat het proces-verbaal inkijken en nagaan of het onjuistheden bevat.

    Vasthouden voor onderzoek

    Voor het onderzoek naar een strafbaar feit mag de politie de verdachte negen uur vasthouden. In deze periode kan men bijvoorbeeld foto’s maken en vingerafdrukken afnemen. In de praktijk kan men eigenlijk langer worden vastgehouden. De tijd tussen 0.00 uur en 09.00 uur telt namelijk niet mee. Ook kan men in verzekering worden gesteld. De officier van justitie bepaalt dan dat men langer moet blijven voor verhoor. Een inverzekeringstelling duurt tot wel drie dagen en deze periode kan met drie dagen worden verlengd. Het is ook mogelijk dat de verdachte wordt voorgeleid aan de officier van justitie.

    Voorgeleiding aan de officier van justitie

    Indien er wordt beslist om de verdachte voor te geleiden, zal de officier van justitie het dossier reeds van de politie hebben ontvangen. De officier van justitie is dus al op de hoogte van de feiten. Hij of zij kan beslissen dat het niet nodig is om langer vast te zitten. Dan mag je naar huis en krijg je een dagvaarding. Als de officier van justitie wel vindt dat je langer vast moet blijven zitten, spreken we van de voorlopige hechtenis. Dan ga je naar een huis van bewaring. Bewaring kan tot veertien dagen duren. Als de officier van justitie je langer wil vasthouden, moet de rechtbank zorgen voor een bevel tot gevangenhouding.

    Verloop van een strafrechtelijke procedure

    Een strafrechtelijke procedure start altijd met het vooronderzoek of het opsporingsonderzoek. Nadien wordt er beslist of de verdachte al dan niet voor de rechter moet verschijnen. Hoewel het niet verplicht is om een advocaat in te schakelen, is het wel aan te raden om dit zo snel mogelijk te doen.

    1. Opsporingsonderzoek

      De strafrechtelijke procedure begint meestal bij de politie die een strafbaar feit op het spoor komt, bijvoorbeeld omdat iemand aangifte doet. Er wordt dan een opsporingsonderzoek opgestart onder leiding van een officier van justitie. De politie zal bewijzen verzamelen, bijvoorbeeld door camerabeelden te analyseren of getuigen te verhoren. De politie neemt de bevindingen op in een proces-verbaal dat naar de officier van justitie gaat.

    2. Officier van justitie beslist

      De officier van justitie zal op basis van deze bevindingen beoordelen of de verdachte voor de rechter komt. Daarbij gaat de officier van justitie na of het vergaarde bewijs voldoende overtuigend is om een goede kans te maken. Indien dit niet het geval is, zal de officier van justitie niet vervolgen. Ook in andere situaties kan de officier van justitie seponeren, bijvoorbeeld als er duidelijk sprake is van noodweer (het plegen van een strafbaar feit om een ander of jezelf te beschermen van een onmiddellijke bedreiging).

    3. Dagvaarding van de verdachte

      Als de officier van justitie van mening is dat de verdachte voor de rechter moet komen, ontvangt de verdachte een dagvaarding. Dit is een schriftelijke oproep om voor de rechter te verschijnen. Op de dagvaarding staat om welk strafbaar feit het gaat. Wie het niet eens is met de inhoud van de dagvaarding kan een bezwaarschrift indienen.

    4. Zitting en uitspraak

      Tijdens de zitting gaat de rechter na of het vooronderzoek goed is verlopen en of hij of zij bevoegd is om de zaak te behandelen. Daarna bepaalt de rechter of het strafbaar feit is bewezen, of de verdachte strafbaar is en welke straf hiervoor moet worden toegekend. De verdachte heeft de mogelijkheid om tijdens de zitting te reageren. Het kan ook dat de verdachte niet verschijnt. Dan is er sprake van verstek. Meestal volgt er direct een mondelinge uitspraak, waarna de verdachte binnen twee weken het vonnis ontvangt. Hierin kan staan dat de verdachte wordt vrijgesproken of dat de verdachte een straf krijgt opgelegd.

    5. In hoger beroep gaan

      Bij veel strafzaken is het mogelijk om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Dan zal het gerechtshof de zaak opnieuw behandelen. Als je in hoger beroep wil gaan, moet je dit binnen veertien dagen na de uitspraak aan de griffie van de rechtbank laten weten. Jouw advocaat kan dit ook voor jou doen. Het gerechtshof zal de zaak in hoger beroep opnieuw behandelen. Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar de bezwaren tegen het vonnis. Niet alleen de veroordeelde kan in hoger beroep gaan, maar ook de officier van justitie beschikt over deze mogelijkheid.

      Meer informatie over in hoger beroep gaan
    6. In cassatie gaan

      In sommige gevallen is het ook een goede optie om in beroep te gaan tegen de uitspraak van het gerechtshof. Dan zal de Hoge Raad nagaan of het recht correct is toegepast. We spreken in dit geval van in cassatie gaan. Er wordt dan niet meer gesproken over de feiten zelf, er wordt namelijk aangenomen dat de feiten die zijn vastgesteld door het hof correct zijn. Het gaat enkel nog over de correcte toepassing van het recht. Ook hier dien je binnen veertien dagen na de uitspraak te laten weten dat je in cassatie wil gaan.

    Strafrechtelijke procedure bij een minderjarige verdachte

    Een minderjarige verdachte beschikt over een aantal extra rechten. Zo moet de politie de ouders vertellen dat je bij de politie bent. De ouders mogen hun kind ook bellen en bezoeken op het politiebureau. Minderjarigen worden in principe volgens het jeugdstrafrecht vervolgd. In sommige gevallen kan de rechter beslissen om het volwassenenrecht toe te passen bij minderjarigen die zestien of zeventien jaar oud zijn. Of men kan beslissen om het jeugdstrafrecht toe te passen bij volwassenen die tot en met 22 jaar oud zijn. Kinderen die jonger zijn dan 12 jaar worden hoe dan ook niet strafrechtelijk vervolgd. Mogelijk moeten de ouders van de minderjarige verdachte een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer. Dit heeft te maken met de aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen

    Mediation in strafzaken

    In sommige gevallen kan er worden ingezet op mediation. Daarbij gaan het slachtoffer en de verdachte vrijwillig met elkaar in gesprek, dit onder begeleiding van mediators. Dit komt niet in de plaats van een strafprocedure. Mediation in strafzaken is vooral een oplossing voor emotioneel, materieel en/of financieel herstel. Daarom is het vereist dat de verdachte zelf verantwoordelijkheid neemt voor de feiten en dat beide partijen met elkaar in gesprek willen gaan.

    Meer informatie over mediation

    Rechtsbijstandverzekering bij de strafrechtelijke procedure

    Als je een rechtsbijstandverzekering hebt, kan je mogelijk bijstand krijgen via de rechtsbijstandverzekeraar. Of dit mogelijk is, verschilt per rechtsbijstandverzekering en is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Geen enkele rechtsbijstandverzekering biedt hulp als het delict met opzet heeft plaatsgevonden. Veel verzekeraars vergoeden daarom enkel de kosten als de verdachte achteraf wordt vrijgesproken of niet wordt vervolgd. Soms gelden hier extra voorwaarden voor, zoals de verplichting om het een en ander binnen een maand na de vrijspraak aan de verzekeraar te melden. Ook het type zaak speelt een rol. Veel verzekeraars bieden bijvoorbeeld dekking voor strafzaken in het verkeer, maar niet als dood of letsel door schuld ten laste wordt gelegd. Er zijn heel grote verschillen dus win zeker informatie in de bij de verzekeraar.

    Meer informatie over de rechtsbijstandverzekering

    Veelgestelde vragen over de strafrechtelijke procedure

    Een strafrechtelijke procedure kan ingrijpende gevolgen hebben en ook tijdens de procedure krijgt men met nare gevoelens te maken. Het hoeft niet te verbazen dat een strafrechtelijke procedure bij veel mensen vragen oproept. Deze FAQ over de strafrechtelijke procedure tracht een aantal van de veelgestelde vragen te beantwoorden.

    Is een advocaat verplicht bij een strafrechtelijke procedure?

    Een verdachte in een strafzaak is niet verplicht om een advocaat in de arm te nemen. Het is echter aan te raden om dit wel te doen. Een advocaat zal niet alleen de rechtszitting mee voorbereiden, maar zal ook aanwezig zijn tijdens de verhoren en zal controleren of het opsporingsonderzoek volgens de regels verloopt. Een strafprocedure kan ingrijpende gevolgen hebben en daarom is juridische bijstand aan te raden.

    Hoe verloopt de zitting bij een strafrechtelijke procedure?

    Eerst roept de bode de naam en de zaak voor, waarna iedereen plaatsneemt. De rechter kijkt enkele gegevens na en benoemt de rechten van de verdachte, bijvoorbeeld het recht om niet te antwoorden op vragen. Daarna volgt de tenlastelegging. Daarbij wordt uitgelegd van welk strafbaar feit men wordt verdacht. Er volgt een onderzoek: de rechter stelt vragen, hoort deskundigen en getuigen, bekijkt bewijsstukken en dergelijke meer. Een benadeelde partij kan ook een vordering tot schadevergoeding hebben ingediend. Ook dit wordt dan behandeld. Mogelijk kan het slachtoffer een spreekrecht uitoefenen. Vervolgens behandelt de rechter de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en mag de officier van justitie zijn of haar standpunt aangeven. De verdachte krijgt tijdens een pleidooi nog de mogelijkheid om zich te verdedigen, waarna de officier van justitie de kans krijgt om in te gaan op dit pleidooi. De verdachte krijgt hoe dan ook altijd het laatste woord, waarna de rechter het onderzoek afsluit en aangeeft wanneer er uitspraak wordt gedaan.

    Hoelang kan een verdachte in voorarrest zitten?

    Het is niet de bedoeling dat een verdachte – die onschuldig is tot het tegendeel is bewezen – al te lang in voorarrest blijft zitten. Deze periode kan dan ook niet langer duren dan 110 dagen. Dit bestaat dan uit twee keer drie dagen inverzekeringstelling, veertien dagen bewaring en negentig dagen gevangenhouding.

    Gaan de dagen in voorarrest af van de straf?

    Ja, de dagen dat een verdachte in voorarrest heeft gezeten, worden van de gevangenisstraf afgetrokken. De uren vooronderzoek tellen echter niet mee.

    Ik zat onterecht in voorarrest. Kan ik een schadevergoeding krijgen?

    Ja, als je onterecht in voorarrest hebt gezeten (je krijgt uiteindelijk geen straf of boete), heb je de mogelijkheid om hiervoor een schadevergoeding te vragen. Dit moet wel op tijd gebeuren. Je advocaat kan dit voor jou aanvragen.

    Wat is het verschil tussen een strafrechtelijke procedure en een administratieve boete?

    Een administratieve boete wordt enkel opgelegd bij de lichtere overtredingen, bijvoorbeeld bij een kleine snelheidsovertreding. Een strafrechtelijke procedure is voor zwaardere overtredingen, bijvoorbeeld rijden zonder een rijbewijs. Bij een strafrechtelijke procedure wordt met alle factoren rekening gehouden, bijvoorbeeld met recidive. Bij een administratieve boete houdt men in principe geen rekening met recidive.