Burenhinder door geluidsoverlast
Er zijn verschillende manieren waarop men burenhinder kan ondervinden. Hondenpoep voor de deur, buren die voor de garage parkeren of stinkend afval in de tuin. Geluidsoverlast wordt echter vaak genoemd. Uit een analyse van de Volkskrant blijkt dat we ons steeds vaker ergeren aan geluidsoverlast door de buren. Volgens datzelfde onderzoek heeft het vooral een psychologisch kantje: vroeger waren de huizen slechter geïsoleerd, maar kenden de mensen hun buren en lag hun tolerantieniveau hoger. Het toont aan dat het misschien nog niet meteen noodzakelijk is om de grove middelen boven te halen, maar wanneer geluidsoverlast wel degelijk bovenmatig is, zijn er verschillende manieren om actie te ondernemen.
Inhoudsopgave
Wat valt onder geluidsoverlast?
In de wet staat er niks concreet over geluidsoverlast, maar uiteindelijk komt het erop neer dat iedereen genot mag hebben van zijn eigendom. Ook een huurder heeft recht op het rustig genot. Dit brengt met zich mee dat men enerzijds wat moet verdragen van de buren. Om te genieten van z'n eigendom mag een buur al eens een muziekje spelen, het gras maaien of mogen hun kinderen al eens vriendjes en vriendinnetjes uitnodigen. Anderzijds mogen de buren niet zoveel plezier beleven en geluid maken dat andere buren niet langer genot kunnen beleven aan hun woonst. Het is een delicaat evenwicht dat moeilijk te objectiveren valt. Er zijn dan ook geen harde, landelijke regels die aangeven hoeveel geluid een buur mag maken.
Veel gemeenten hebben anderzijds wel een APV (Algemene Politie Verordening) waarin een aantal regels omtrent geluidsoverlast zijn opgenomen. Hierdoor kunnen de regels per gemeente verschillen. Ook vanuit de rechtspraak zijn er natuurlijk wel handvatten die aangeven hoeveel geluid men moet verdragen.
Over het algemeen wordt aangenomen dat het geluidsniveau overdag, gemeten aan de gevel van een woning, maximaal zo'n 50 tot 70 dB(A) mag bedragen. ‘s Avonds is men wat strikter en gaat het dan om 45 tot 65 dB(A) en ‘s nachts bedraagt de grens ten slotte zo'n 40 tot 60 dB(A). Toch zeggen deze normen nog steeds niks, want in uitzonderlijke situaties moet men wat meer van de buren kunnen verdragen. Dit is iets waar we verder nog op focussen, want als de buren bijvoorbeeld spouwmuurisolatie of zonnepanelen laten plaatsen, mag er nu eenmaal al eens meer kabaal zijn. Deze problematiek laat zich met andere woorden niet eenvoudig objectiveren.
Het wordt vooral problematisch als deze grenzen echt voortdurend worden overschreden, bijvoorbeeld omdat een airco non-stop kabaal maakt of een hond z'n fieselemie niet dicht kan houden.
Schreeuwen, harde muziek en gooien met spullen
In een zaak die voor het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch verscheen (ECLI:NL:GHSHE:2019:2341) bleek een huurder best veel herrie te maken. In het proces-verbaal van bevindingen stond te lezen dat het ging om “schreeuwen en krijsen en gooien van spullen“. Een gemachtigde had het daarnaast over “veelvuldig schreeuwen (zowel tegen uw kinderen als tegen andere familieleden, en zowel in de woning, als in de tuin), kabaal van slaande deuren, veelvuldige ruzies, het draaien van harde muziek […] spullen die kapot worden gegooid“. De woningstichting vorderde de ontbinding en de ontruiming van de verhuurde woning en de rechter ging hiermee akkoord.
Hakken op de vloer, vallend speelgoed en andere contactgeluiden
In een zaak die voor Rechtbank Amsterdam verscheen (ECLI:NL:RBAMS:2018:5104) oordeelde de rechter dat een verkoper van een appartement aan de koper had moeten laten weten dat hun onderburen al snel geluidsoverlast ervaarden. Door een gebrekige geluidsisolatie kon er zo geen contactgeluid plaatsvinden tussen 20.00 uur en 08.00 uur. Het ging onder meer om lopen met hakken, vallend speelgoed enzovoort. Hoewel de geluidsoverlast in deze zaak niet centraal stond, erkende de rechter het wel en diende de verkoper uiteindelijk meer dan 30.000 euro te betalen zodat de onderburen een verlaagd plafond konden plaatsen.
Blaffende honden
Voor een derde voorbeeld trekken we naar Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2018:7259). Hier had men het over geluidsoverlast door “het lang blaffen door de honden, het gooien met deuren en het snoeien met een (benzine)motorzaag“. Hiervoor werden acht verschillende getuigen gehoord. Vooral het blaffen, dat elke dag vanaf 5 uur te horen was en veroorzaakt werd door maar liefst twaalf honden, werd daarbij genoemd. Daarnaast had men het ook over de vele luide “scheldpartijen met haar zoon“. De rechter oordeelde uiteindelijk dat er wel degelijk sprake was van ontoelaatbare geluidshinder en ontbond de huurovereenkomst.
Wetgeving over geluidsoverlast
De wetgeving hieromtrent is sterk gebaseerd op artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek. Dit artikel bepaalt dat de eigenaar van een erf niet op onrechtmatige wijze hinder mag toebrengen aan de eigenaars van andere erven. Het gaat dan onder andere om trillingen of stank, maar ook om rumoer. Wanneer een eigenaar de woonst verhuurt, moet hij zo nodig actie ondernemen en de huurovereenkomst (laten) ontbinden, zoals hierboven al veelvuldig in voorbeelden aan bod kwam.
Hoewel hierboven naar eigenaars wordt verwezen, wil dit echter niet zeggen dat een huurder geen geluidsoverlast kan veroorzaken of kan ondervinden. In zo'n geval wordt de vordering echter niet op bovenstaand artikel gebaseerd, maar op het artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Dit algemene artikel geeft aan dat men geen onrechtmatige daad mag plegen en indien nodig de veroorzaakte schade moet vergoeden. Geluidsoverlast kan zo'n onrechtmatige daad uitmaken. Veel verschil maakt dit verder niet, maar bij het indienen van een vordering bij de rechtbank is het wel belangrijk dat men de vordering op het juiste artikel baseert.
Beoordeling van de geluidsoverlast
Zoals eerder gezegd is het niet eenvoudig om objectieve geluidsnormen te hanteren. Of hinder echt onrechtmatig is, is volgens de rechtspraak dan ook afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder. Daarnaast brengt de rechter ook de toegebrachte schade mee in rekening, net zoals de mogelijkheden, de bereidheid en de kosten die nodig zijn om de geluidshinder te beperken. De rechter zal met andere woorden met vrijwel alle relevante factoren rekening houden. De belangrijkste factoren zijn hieronder besproken.
Duur van de hinder
Hier geldt dat des te langer de geluidshinder duurt, des te meer kans er is dat de geluidshinder onrechtmatig is. Zeker bij bedrijfsmatige activiteiten en langdurige of permanente vormen van hinder is er al snel sprake van een onrechtmatigheid. Er is met andere woorden een verschil tussen een buurman die eens per week een uurtje met z'n band oefent in de garage of een buurman die dit elke dag drie uur lang doet, hoewel ze alle twee evenveel kabaal maken.
Omvang van de hinder
Zoals eerder gezegd moeten buren toch wel een beetje hinder van elkaar kunnen verdragen en een zekere tolerantiegrens hanteren. Zelfs bij industriële hinder moet men een bepaalde tolerantiegrens hanteren. Bij een zeer geringe hinder zal er dus geen sprake zijn van onrechtmatigheid. Bij het vaststellen van de exacte tolerantiegrens, spelen ook lokale factoren een rol. Wie bijvoorbeeld naast een luchthaven gaat wonen, moet ook wat meer hinder van overvliegende vliegtuigen aanvaarden. Wie daarentegen landelijk gaat wonen, mag al eens sneller problemen maken van lawaaierige sportvliegtuigjes die ineens voortdurend in de wei van de buurman landen.
Dit speelt enigszins in het nadeel van wie in een stedelijke of industriële omgeving woont, maar anderzijds zal wie in een landelijke omgeving woont dan weer toleranter moeten zijn voor de mestgeur die de lokale landbouwer verspreidt.
In ieder geval vertoont het wel een grote samenhang met de preoccupatievraag, ofwel: wie was er eerst? Als een bewoner er voor de bouw van een fabriek woonde, mag zijn tolerantieniveau lager liggen dan dat van een bewoner die willens en wetens naast een bestaande fabriek kwam wonen.
Bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen
Anderzijds moet de rechter ook rekening houden met de situatie van de partij die de geluidshinder veroorzaakt. Wanneer het voor hem eenvoudig is om maatregelen te treffen om de geluidshinder te stoppen, kan dit eenvoudiger van hem worden verwacht. Dit vloeit voort uit het arrest Van Dam/Beukeboom. Hierbij ging het om geluidsoverlast die door een houthandel werd veroorzaakt. De Hoge Raad oordeelde toen dat er bij de beoordeling ook rekening moet worden gehouden met “de offers die ermee gemoeid zijn om overschrijdingen te voorkomen“. Deze offers kunnen niet alleen financiële offers zijn door torenhoge investeringen, maar bijvoorbeeld ook een verlies van werkgelegenheid.
Bewijs leveren van geluidsoverlast
Hoewel het bepalen van de geluidsoverlastdrempel heel subjectief is, moet een vordering natuurlijk nog altijd objectief worden gestaafd. Dit wil zeggen dat de buur die geluidsoverlast ervaart, dit ook voldoende moet bewijzen. Getuigenverklaringen en een persoonlijk logboek zijn een goede aanzet, maar het zal niet altijd volstaan. Buurtbemiddeling kan mogelijk een oplossing zijn omdat de buren dan misschien wel zelf de problematiek erkennen. Daarnaast zijn vaststellingen van de wijkagent natuurlijk een meerwaarde.
Vaak wordt geluidsoverlast ook opgenomen, maar het probleem is dat dergelijke opnames niet altijd een even waarheidsgetrouw beeld geven. Een microfoon dicht bij de muur van de buren plaatsen, is per slot van rekening niet hetzelfde met hoe men het geluid doorheen de dag ervaart. Daarom is het aangeraden om een binaurale microfoon te gebruiken. Zo'n binaurale microfoon legt het geluid in 3D vast, zoals het ook echt in de woning wordt ervaren.
Voorbeeld: problemen bij het leveren van bewijs bij geluidsoverlast
In deze zaak (ECLI:NL:RBROT:2018:7049) had de onderbuurman het bovenmatige geluidsoverlast door de bovenbuur gehekeld, dat bestond uit harde bonken op de vloer en het draaien van harde muziek.
Ook een andere buur had het over excessieve geluidsoverlast: “[…] hoorde op vaak hele rare tijdstippen, erg laat in de avond, erg vroeg in de ochtend, weekends […] een bonk, wat met enige regelmaat werd herhaald […] leek het wel een bowlingbal die met regelmatig vallen op haar vloer (en dus doordreunde op het plafond van mijn buurman op de 1e etage) werd gegooid. Deze dreunen waren voor mij al erg waarneembaar, laat staan voor mijn buurman op de 1e etage.”
De rechter volgde hen echter niet omdat ze hun vordering onvoldoende objectief hadden onderbouwd. Zo hebben zij bijvoorbeeld een wijkagent niet de nodige vaststellingen laten doen of hebben ze geen geluidsopnames gemaakt. De rechter vond de aantijgingen onvoldoende bewezen en wees de vordering af.
Stappenplan bij geluidsoverlast
Bij geluidsoverlast hoeft er natuurlijk nog niet meteen naar de rechter te worden gestapt. Integendeel, dit kan de relatie met de buren net verzuren en in nog meer problemen resulteren. Het is vooral belangrijk om het probleem aan te kaarten en werk te maken van een oplossing. Volgend stappenplan vormt de basis.
Maak de situatie bespreekbaar
Meld de buren wanneer er geluidshinder wordt ervaren. Maak bijvoorbeeld even een geluidsopname zodat ze beseffen wat voor een impact hun geluid heeft. Vaak zullen buren ervan schrikken en zullen ze willen bijdragen aan een oplossing die binnen de tolerantiegrens valt, bijvoorbeeld door op hun zummara te oefenen wanneer hun buren op het werk zijn. Ga met andere woorden niet klagen, schreeuwen en schelden, maar denk actief mee en zoek gewoon naar oplossingen die voor iedereen werken. Gaat het om een huurwoning? Overweeg dan ook om de verhuurder aan te spreken zodat die verhuurder eventueel geluidsisolerende aanpassingen aan de woning kan doen.
Buurtbemiddeling inschakelen
Wanneer de buren hun gedrag niet willen aanpassen of hun afspraken niet nakomen, is het aangeraden om een buurtbemiddelaar in te schakelen. Informeer bij het sociaal wijkteam of bij de gemeente naar de mogelijkheden. Niet alle gemeenten hebben buurtbemiddelaars, maar eventueel kan dan een beroep gedaan worden op een mediator. In beide gevallen geldt wel dat de buren ook bereid moeten zijn om aan de bemiddeling deel te nemen.
Bewijzen verzamelen
Op dit moment moet er over verdere stappen worden nagedacht, maar daarvoor zijn er ook bewijzen nodig. Begin daarom alvast met het bijhouden van een logboek, vraag na of ook andere buren overlast ervaren, maak opnames enzovoort. Het is belangrijk om alles zo concreet mogelijk te noteren. Schrijf bijvoorbeeld op welk geluid te horen is op welk moment van de dag. Hoe luid is dit geluid, waarmee valt het te vergelijken? Des te meer er wordt genoteerd, des te meer er later ook kan worden voorgelegd.
Bewijzen voorleggen aan de vve of de verhuurder
Wie in een appartement woont met een vve of een huurwoning betrekt, kan deze bewijzen nu voorleggen. Mogelijk moet de verhuurder of de vve iets aan de overlast doen. Dit afdwingen is vaak eenvoudiger dan de buren te doen stoppen met schreeuwen. In ieder geval is het handig om de huishoudelijke reglementen of woonregels op te vragen, want deze kunnen later ook gewoon aan de rechter worden overlegd. Deze huishoudelijke reglementen helpen per slot van rekening mee te bepalen in welke mate iemand geluidsoverlast al dan niet moet tolereren.
De toezichthouder aanspreken
Sommige wijken of flatgebouwen hebben een toezichthouder, zoals een stadswacht of een buurtvader. Spreek deze zeker aan. Aan de verklaringen van zo'n toezichthouder wordt veel waarde gehecht en bovendien heeft de toezichthouder ook kennis van meldingen door andere buurtbewoners. Hij kan al deze meldingen samenvoegen, wat het dossier dan weer sterker maakt.
Overlast melden bij het Meldpunt Overlast
Veel gemeenten hebben een eigen meldpunt voor overlastmeldingen. Een rapporteur van de gemeente kan dan langskomen om de overlast in kaart te brengen. Zo nodig roept hij de hulp in van andere organisaties. Het voordeel is opnieuw dat de vaststellingen onafhankelijk worden gedaan zonder dat men zelf extra kosten moet maken. Ook kan de burgemeester soms ingrijpen, bijvoorbeeld door een boete op te leggen. Soms volstaat dit om de geluidsoverlast te doen stoppen.
De politie inschakelen
Vervolgens is het een goed idee om de politie in te schakelen. In veel gemeenten is geluidsoverlast strafbaar en dan kan de politie ingrijpen. Soms staat de APV hen zelfs toe om een muziekinstallatie in beslag te nemen en dan kunnen de buren ook geen kabaal meer maken. In het andere geval kan een wijkagent nog een laatste bemiddelingspoging ondernemen. Hoe dan ook zal een proces-verbaal van de politie heel waardevol zijn voor de beoordeling door de rechter.
Naar de rechter stappen
Wanneer bovenstaande stappen niks hebben opgeleverd, is een vordering indienen bij de rechter een goed idee. Hierbij moet goed worden nagedacht over de te volgen weg. Zoals eerder gesteld zijn er twee artikelen waarop men zich kan beroepen, maar bovendien is het niet altijd nodig om de buren voor de rechter te dagen. Zo kan bijvoorbeeld ook een vordering tegen de verhuurder worden ingediend zodat deze gedwongen wordt om geluidsisolatie te plaatsen. De rechter kan zelfs een huurverlaging opleggen. Vraag hulp aan een advocaat om de beste oplossing te bepalen. Informeer natuurlijk eerst even bij de rechtsbijstandsverzekeraar om de exacte mogelijkheden te ontdekken.
Geluidshinder door laagfrequent geluid (LFG)
Laagfrequent geluid is geluid met een frequentie die zich onderaan het voor het menselijk gehoor waarneembare spectrum bevindt. Dit geluid wordt niet door iedereen ervaren en wordt omschreven als brommen, bonzen of zelfs eerder als voelbare trillingen. Omdat andere gezinsleden, buurtgenoten en hulpverleners dit geluid niet opmerken, voelen zij zich dan ook miskend. Het is voor hen moeilijk om via de juridische weg dergelijke geluidsoverlast, die bijvoorbeeld ontstaat door een elektrische installatie bij de buren, te doen ophouden. Elke maand zijn er wel een aantal zo'n verhalen die binnenkomen bij de NSG (Nederlandse Stichting Geluidshinder).
Onderzoek naar LFG
Enkel via uitgebreide geluidsmetingen, gebaseerd op de NSG-Richtlijn Laagfrequent Geluid, is het mogelijk om het enigszins vast te leggen. In de praktijk wordt er echter vrijwel nooit een aanwijsbare bron gevonden. Bovendien wordt er door anderen vaak richting andere oorzaken verwezen, zoals oorsuizen. Onderzoek van onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum en de GGD heeft aangetoond dat gehinderden een iets lagere drempel hebben bij het horen van LFG. Het onderzoek stelde voldoende significante verschillen met een controlegroep vast bij 50, 31,5 en 20 Hz. Bij 80 en 125 Hz waren de verschillen onvoldoende significant om er conclusies uit te trekken.
LFG in De Rijdende Rechter
De problematiek omtrent geluidshinder door LFG kwam in 2017 en 2018 aan bod in het televisieprogramma ‘De Rijdende Rechter', een programma waarin mensen hun geschil kunnen voorleggen aan een rijdende rechter die vervolgens een bindend advies uitbrengt. In de uitzending van 17 oktober 2017 bleek dat de door de slachtoffers aangewezen bron onmogelijk de oorzaak kon zijn voor de geluidshinder, maar werd er wel beslist dat er op kosten van de slachtoffers maatregelen zouden worden getroffen.
In de uitzending van 30 januari 2018 was een oude dame helemaal over stuur door een geluid dat niemand anders hoorde. Ze was overgevoelig voor dit geluid en het LFG-geluid, 50 dB(A) in de woning en 65 dB(A) in de schoorsteen, werd uiteindelijk wel degelijk vastgesteld.
Het dagboek van de oude vrouw, waarbij zij noteerde wanneer zij de overlast ervoer, stemde helemaal overeen met de metingen die werden uitgevoerd. Een deskundige noemde de schoorsteen een klankkast en de cv-ketels van haar en haar buurman en haar eigen ijskast werden als oorzaak aangewezen. Uiteindelijk zou de woningbouwvereniging de cv-ketels akoestisch ontkoppeld ophangen en diende mevrouw zelf haar oude ijskast te vervangen. De woningbouwvereniging werkte netjes mee en heeft de ongebruikte schoorsteen meteen ook met zand volgestort.
Het klinkt mooi, maar uiteindelijk bleek het onvoldoende te hebben geholpen. Het geluidsniveau was zo'n 4 dB(A) zachter geworden, maar dit was onvoldoende voor mevrouw. Een nieuw onderzoek toonde aan dat de bron onmogelijk in de woning kon liggen, maar de werkelijke bron werd uiteindelijk nooit vastgesteld en het probleem is dus nooit verholpen.
Initiatieven voor stillere steden
Ten slotte kan geluidshinder ook door andere redenen ontstaan. Er is bijvoorbeeld het typische stedelijke geluid dat hoort bij het leven in de stedelijke omgeving. Steeds meer organisaties en steden ondernemen acties om het geluid in de stad te beperken.
Onder andere de gemeente Utrecht is hier actief mee aan de slag. Elke vijf jaar berekenen ze er hoeveel geluid er in de stad is en vervolgens treffen ze maatregelen. Het gaat dan onder andere om snelheidsverlagingen en het kiezen voor een stiller wegdek. De gemeente Apeldoorn organiseerde dan weer de campagne Electric Heroes. Daarmee wilden ze de elektrische scooter, toch een stuk stiller dan lawaaiige benzinescooters, promoten.
Daarnaast doen ook de overheden hun duit in het zakje. Ze publiceren diverse geografische kaarten op het gebied van geluid. Dit maakt het voor gemeenten eenvoudiger om acties te ondernemen, maar bovendien legt het ook een grotere verantwoordelijkheid bij nieuwe bewoners: meer dan ooit kunnen zij zich informeren over potentieel geluidsoverlast in hun nieuwe buurt. Mogelijk zal de preoccupatievraag hierdoor alleen maar zwaarder beginnen doorwegen.
Veelgestelde vragen omtrent geluidsoverlast
Wanneer is er sprake van onrechtmatige geluidshinder?
Niet elk storend geluid is zomaar onrechtmatig. Bij de beoordeling of een geluid al dan niet onrechtmatig is, wordt er onder andere rekening gehouden met het soort geluid, de ernst van de overlast, de duur van de overlast en de gevolgen van de overlast.
Ik wil een geluidstechnisch onderzoek laten uitvoeren. Moet de verhuurder dit betalen?
Nee, de verhuurder is niet verplicht om zo'n geluidstechnisch onderzoek te betalen. Wanneer een ander, zoals de verhuurder of de buren, later aansprakelijk wordt gesteld, kunnen de kosten wel bij hen worden verhaald.
Gedurende welke uren van de dag mogen mijn buren klussen?
Dit staat niet in de wet en geval per geval moet er dan ook worden beoordeeld of er al dan niet sprake is van onrechtmatige geluidshinder. Soms is er wel een algemene plaatselijke verordening die dergelijke regels oplegt. Informeer daarom zeker even bij de gemeente.
Wat kan ik doen als mijn huurder overlast veroorzaakt?
Ga altijd eerst het gesprek aan met de huurder. Soms zal de huurder zijn gedrag willen aanpassen. Het kan ook dat de verhuurder zelf aanpassingen kan doen om de overlast voor de buren te beperken, bijvoorbeeld door het pand akoestisch beter te isoleren.
Wat kan ik doen als mijn verhuurder zegt dat ik geluidsoverlast veroorzaak?
Als het klopt: stop met het veroorzaken van onrechtmatig geluidsoverlast en ga vooral het gesprek aan met de buren. Soms is het helemaal geen probleem om een muziekinstrument te bespelen en volstaat het om dit gewoon niet na 20.00 uur te doen. Klopt de bewering van de verhuurder niet? Betwist dit dan schriftelijk. Verder hoeft er niks te gebeuren, want het is aan de tegenpartij om met bewijs op de proppen te komen. Als er geen geluidsoverlast is, zullen ze ook niks kunnen bewijzen.
Is het mogelijk om bij de Huurcommissie over geluidsoverlast te klagen?
Wanneer men in een sociale woning woont, kan het wel degelijk lonen om hierover te klagen bij de Huurcommissie. De Huurcommissie zal dan nagaan of de verhuurder wel zijn verplichtingen is nagekomen, bijvoorbeeld door de andere huurder die overlast veroorzaakt daarop aan te spreken.
Wat kan ik doen bij stank- of rookoverlast door de buren?
In principe geldt net hetzelfde als hierboven weergegeven. Stank- en rookoverlast wordt op een gelijkaardige manier beoordeeld en dezelfde stappen als bij geluidsoverlast kunnen worden getroffen.