Uitgelegd: schade door een ongeval waarbij een trein betrokken is
Treinongevallen kunnen door de meest diverse redenen ontstaan. Een treinpassagier die struikelt over bagage, een trein die een spoorloper schept of twee treinen die tegen elkaar aanrijden, noem maar op. Vaak gaat het om schadegevallen waarbij iemand schuld treft en waarbij dan ook de aansprakelijkheidsvraag wordt gesteld. Voor de treinpassagier en voor derden is het niet altijd even duidelijk wie de aansprakelijkheid draagt.
Treinpassagiers met letselschade
In de eerste plaats kunnen treinpassagiers letselschade oplopen. Hierbij draagt de NS een belangrijke verantwoordelijkheid. De NS is een contractuele verhouding met de passagier aangegaan en is verplicht om de treinreiziger van de ene locatie naar de andere te vervoeren. Het is nogal wiedes dat dat ook zonder schade moet gebeuren.
Om de treinpassagier te beschermen is artikel 8:105 BW in het leven geroepen. Deze wettelijke bepaling geeft volgende zaken aan:
De treinvervoerder is aansprakelijk voor dood of letsel van reizigers ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer is gebeurd.
De treinvervoerder is niet aansprakelijkheid als het ongeval ontstond door een ongeval dat door een zorgvuldig vervoerder niet te vermijden was en waarbij een zorgvuldig vervoerder de gevolgen daarvan niet had kunnen verhinderen.
De regel is dat een zorgvuldig vervoerder lichamelijke of geestelijke tekortkomingen van de bestuurder, het slecht functioneren van de trein of het slecht functioneren van het materiaal wel kon vermijden. Onder materiaal wordt ook de spoorweginfrastructuur begrepen.
Er wordt daarbij enkel rekening gehouden met een fout van een derde wanneer er helemaal geen fout aan de treinvervoerder toe te wijzen is.
In de praktijk gaat de aansprakelijkheid van de NS ver. De NS kan trachten een beroep te doen op overmacht, maar zoals hierboven wordt aangegeven heeft dat weinig slaagkans.
Bewijs leveren als passagier
De NS houdt geen passagierslijsten bij. Een betwisting heeft dan ook vaak betrekking met de vraag of een passagier wel überhaupt op de trein zat. Het is aan de treinpassagier om daarvan het bewijs te leveren. Met een uitdraai van de OV-chipkaart kan dat bewijs worden geleverd.
Eigen schuld mogelijk
Daarnaast is het natuurlijk altijd mogelijk dat een passagier zelf schuld treft. Denk dan bijvoorbeeld aan een dronken passagier die bij een bruuske rem pardoes op het gezicht valt. Misschien heeft de bestuurder dan wel een fout gemaakt en is zijn werkgever, de NS, dan wel aansprakelijk. Maar allicht is er ook sprake van eigen schuld. Dat vermoeden is er al helemaal wanneer de passagier als enige passagier schade heeft.
Vergoedingen bij een treinongeval
De aansprakelijkheid van de spoorvervoerder is wettelijk beperkt. Hierdoor is de NS maar aansprakelijk tot een maximumbedrag van ongeveer 200.000 euro. Deze maximumgrens wordt bepaald in functie van SDR (Special Drawing Rights), waardoor de exacte maximumgrens van dag tot dag kan verschillen.
Het is wel zo dat de maximumgrens komt te vervallen wanneer er sprake is van roekeloosheid in hoofde van NS. Dan hebben slachtoffers toch recht op een volwaardige schadevergoeding. Deze schadevergoeding moet alle werkelijke kosten dekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
Materiële schade (bv. schade aan bagage of een bril)
Medische kosten die niet door de zorgverzekering worden gedekt (eigen risico)
Inkomensverlies
Smartengeld
Kosten voor huishoudelijke hulp
Een gymabonnement dat niet meer kan worden gebruikt
Een reis die niet meer kan doorgaan
Verlies van een studiejaar
Enzovoort
De letselschade kan bij een treinongeval in ieder geval hoog oplopen. Passagiers dragen er geen veiligheidsgordels, door de grote snelheid kan een treinstel compleet verhakkeld worden en bij een aanrijding zijn de gevolgen zelfs van dien aard dat de dood er wellicht op volgt. Het bovenvermelde maximumbedrag is dan ook vrij beperkt te noemen.
Treinongevallen met andere oorzaken
Andere treinongevallen komen natuurlijk minder vaak voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ongeval waarbij bijvoorbeeld een auto door een trein wordt aangeraden.
In dat geval speelt de klassieke causaliteitsregeling een rol. Wanneer de autobestuurder een fout beging, zal de WA-verzekering de schade vergoeden. Wel is het opletten met andere verzekeringen zoals de cascoverzekering. Daarin staan soms uitsluitingen voor aanrijdingen door een trein. Ook het Waarborgfonds Motorverkeer biedt overigens geen redding omdat zij enkel schadevergoedingen uitkeren bij onbekende of onverzekerde gemotoriseerde voertuigen. Hier is de trein niet onbekend, niet onverzekerd en wordt het bovendien niet eens als een gemotoriseerd voertuig beschouwd. Het gebeurde in 2017 bijvoorbeeld met een student van wie de wagen net pech kreeg op een spoorwegovergang.
In sommige gevallen kan het dat zowel de houder van het voertuig als de NS niet aansprakelijk zijn, maar wel de gemeente. Dat is bijvoorbeeld een van de zaken die begin deze maand werd aangehaald bij een ongeval tussen een vrachtwagen en een trein. Daar zouden vrachtwagens door het onregelmatig wegdek en de moeilijke bocht wel vaker in de problemen komen. Uiteindelijk kwam het tot een aanrijding. De gemeente had hier eerder al klachten over gekregen en heeft nooit ingegrepen. Hier komt de aansprakelijkheid van de wegbeheerder dus ter sprake. Bij dit schadegeval is het niet duidelijk of de treinbestuurder een fout heeft gemaakt. Volgens sommige omstaanders zou hij veel eerder moeten kunnen stoppen hebben. Als dat het geval is, zal de NS ook moeten opdraaien voor de schade van de twee inzittenden die gewond raakten.
Ten slotte kunnen we ook nog even verwijzen naar het treinongeval in Dalfsen (ECLI:NL:RBOVE:2017:3622). Daar reed een werknemer met een telescoophoogwerker over een spoorwegovergang. Zo'n telescoophoogwerker behaalt een maximumsnelheid van ongeveer 1 km per uur. Hierdoor heeft de telescoophoogwerker 76 seconden nodig om de spoorwegovergang over te steken, terwijl de AHOB-cyclus maar 32 seconden duurt (cyclus met een inleidende waarschuwing, het dalen van de slagbomen en het wachten tot de trein gepasseerd is tot wanneer de slagbomen opnieuw openen). De medewerker had met andere woorden de treindienstregeling moeten nagaan, maar had dat niet gedaan. Uiteindelijk kwam het tot een fatale botsing.
De trein ontspoorde, de machinist overleed en een passagier en de conducteur raakten gewond. De medewerker zelf overleefde het ongeval door op tijd uit de hoogwerker te springen. De aansprakelijkheid van de medewerker staat hier vast. Ook de werkgever beging een fout door een medewerker zomaar aan zo'n gevaarlijke oversteek te laten beginnen. Ten slotte kan erop worden gewezen dat ProRail geen instructies, procedures en informatie ter beschikking stelde van dergelijk traag overstekend vervoer.
Veelgestelde vragen over aansprakelijkheid bij treinongevallen
Wie heeft recht op de Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS?
Het gaat om alle personen uit de Joodse gemeenschappen of uit de Sinti- of Roma-gemeenschappen die op last van de Duitse bezetters tijdens WOII met door de NS aangepaste treinen zijn getransporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen of naar Westerbork, Vught of Amersfoort om vandaaruit door de bezetter naar de concentratie- of vernietigingskampen te worden gebracht. Andere slachtoffers, zoals gedeporteerde verzetsstrijders, komen niet in aanmerking voor een schadevergoeding. Alle aanvragen die voor 5 augustus 2020 zijn ingediend, worden behandeld. De commissie neemt momenteel geen nieuwe aanvragen meer in behandeling. De behandeling van de aanvragen zal maximaal 13 weken in beslag nemen, maar als de commissie extra tijd nodig heeft zal dat worden meegedeeld. De commissie gaat met name na of de desbetreffende persoon wel degelijk door de NS werd getransporteerd naar een van de genoemde locaties of naar de concentratie- en vernietigingskampen.
Hoe hoog is de schadevergoeding bij de Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS?
Slachtoffers die tijdens WOII door de NS zijn vervoerd, hebben recht op een forfaitaire schadevergoeding. De hoogte van deze schadevergoeding is afhankelijk van de categorie waarbinnen het slachtoffer of de erfgenamen van het slachtoffer vallen. Slachtoffers kunnen in meerdere categorieën recht op een schadevergoeding hebben. [1] Was nog in leven op 27 november 2018: € 15.000 [2] De weduwe of weduwnaar van de getransporteerde die op 27 november 2018 niet meer in leven was: € 15.000 [3] Kinderen van het slachtoffer, als de weduwe of weduwnaar en de getransporteerde op 27 november 2018 niet meer in leven waren. Het oudste geboren kind moet wel ten laatste op 8 mei 1945 geboren zijn: € 7.500 [4] Zelfde situatie als bij punt 3, maar het oudste kind is geboren na 8 mei 1945: € 5.000
Kan ik een schadevergoeding van de NS krijgen bij vertraging?
Ja, dat kan zelfs wanneer er geen sprake is van een schadegeval. In dat tweede geval gelden wel de contractuele afspraken die met de NS zijn gemaakt. Hierbij gelden een aantal beperkingen. Zo worden er bijvoorbeeld geen vergoedingen uitbetaald wanneer ze lager zijn dan 2,30 euro of wanneer er sprake was van overmacht. De toegekende vergoeding is afhankelijk van het type vervoersbewijs of abonnement, het type trein en de duur van de vertraging. In principe wordt maximaal het vervoersbewijs (of een evenredig deel van het abonnement) terugbetaald. Gevolgschade is contractueel uitgesloten. Bij ernstige ongevallen komt ook andere gevolgschade voor vergoeding in aanmerking. Dan wordt de aansprakelijkheidsbeperking “doorbroken”. Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor het missen van een vliegtuig. Er waren in het verleden ook situaties waarbij NS een schikking sloot zonder dat er sprake was van een ongeval. Het ging dan wel om extreme situaties waarbij een trein vaak urenlang vaststond door een defect.
Hoeveel tijd heb ik om de NS aansprakelijk te stellen?
Er is een aansprakelijkheidstermijn van drie jaar na het ongeval. Wacht dus niet te lang met het aansprakelijk stellen van de NS en onderneem snel actie.
Worden de maximale schadevergoedingen vaak doorbroken?
Neen. De kans op het doorbreken van deze schadevergoedingen is heel beperk en het moet dan echt al gaan om een grove inbreuk. In 2002 gebeurde het bijvoorbeeld wel (ECLI:NL:RBUTR:2002:AF2338). Toen wou een passagier aan boord gaan van een sprinter. De passagier hoorde het fluitsignaal van de conducteur en rende naar de stilstaande trein waarvan de deuren sloten. Ze raakte met haar hand gekneld tussen de deuren. Uit onderzoek bleek later dat de technische beveiliging aan boord van deze sprintertreinen niet volstond om in alle omstandigheden op te merken dat een hand gekneld raakt tussen de deuren. De conducteur merkte wel het een en ander op en rende naar de passagier toe. Hij wou op dat moment de machinist op de hoogte brengen zodat de deuren handmatig zouden worden geopend, maar de accu van de combifoon van de machinist was leeg. De machinist wist dat en er was geen enkele richtlijn die voorschreef dat de accu zou moeten worden vervangen. Daarop besloot de conducteur, nog steeds op het perron, om naar de machinist toe te rennen. Hij wou zijn sleutel niet onbeheerd achterlaten en nam de sleutel mee. Hierbij beging hij een menselijke fout: bij het uithalen van de sleutel krijgt de machinist het sein om te vertrekken. Later onderzoek heeft aangetoond dat de vertrekprocedure van NS psychologisch niet verantwoord was en dergelijke fouten in de hand werkte. De trein vertrok, de conducteur kon niet meer volgen en dus ook niet aan de noodrem trekken. Hierdoor hebben drie veiligheidssystemen (het technisch signaal, de visuele controle met berichtgeving via de combifoon en de noodrembediening door de conducteur) gefaald. De passagier werd meegesleurd en verloor daarbij haar twee benen. Onderzoek wees ten slotte uit dat de deuren in de werkplaats niet correct waren afgesteld en dat ze daar niet eens beschikten over apparatuur om de nodige veiligheidscontroles uit te voeren. In deze situatie werden zoveel grove fouten gemaakt dat de rechter het opportuun achtte om de maximale schadevergoeding te doorbreken. In de praktijk doen zo'n situaties zich gelukkig niet vaak voor.