De Cx- en CE-markering voor drones
De invoering van de Europese droneregelgeving heeft het een en ander gewijzigd voor drone-eigenaars. Zo dien je bijvoorbeeld meestal een examen af te leggen voordat je met een drone mag vliegen. Bovendien worden er ook producteisen aan nieuwe drones gesteld. Nieuwe drones zullen over het zogeheten Cx-label, een toevoeging aan de CE-markering, moeten beschikken. Aanvankelijk zou deze regelgeving op 1 januari 2023 in werking treden, maar de invoering ervan is intussen met een jaar uitgesteld.
Inhoud
Het nieuwe Cx-label voor drones en de verschillende categorieën
Over de CE-markering heb je wellicht al gehoord. CE staat voor Conformité Européenne. Als een product over het CE-label beschikt, wil dat zeggen dat het aan de Europese eisen voldoet. Wanneer een product in Europa op de markt wordt gebracht, moet het dus over zo’n CE-label beschikken. Hierdoor ben je zeker dat je een veilig product koopt. Ook fabrikanten van drones moeten over een CE-markering beschikken.
Onder de nieuwe regelgeving wordt er een extra label toegevoegd: een Cx-label. Hierbij is x een cijfer dat aangeeft in welke subcategorie de drone is goedgekeurd en kan worden gebruikt. Een drone die onder de oude regelgeving met een CE-markering werd verkocht, zal niet per se voldoen aan de eisen van een van de onderstaande categorieën. Onder voorwaarden kan zo’n drone wel nog steeds worden gebruikt. Afhankelijk van de categorie dien je over een Europees dronebewijs te beschikken of gelden er extra restricties.
Meer informatie over het Europees dronebewijsCategorie C0
Een drone met een C0-label is een drone die, inclusief camera en accu, bij het opstijgen minder weegt dan 250 gram. Deze drones kunnen niet hoger vliegen dan 120 meter en hebben een maximale snelheid van 68 km/u. De drones blijven binnen een straal van 50 meter van de bestuurder indien ze over een follow-memodus beschikken. De drone moet aan specifieke eisen voldoen om het risico op een letsel te beperken bij een aanvaring.
Categorie C1
Een drone binnen de categorie C1 weegt bij het opstijgen minder dan 900 gram en kan niet sneller vliegen dan 68 km/u. Ook kan deze drone niet hoger vliegen dan 120 meter. De drone dient verplicht over een functie te beschikken waarbij de besturing wordt overgenomen als de radioverbinding is verbroken. Bovendien moet de drone verplicht waarschuwen voor een lage accuspanning.
Drones binnen de categorie C1 dienen een uniek serienummer te hebben, net als een geofencingsysteem. Ook hier geldt dat de drone zo moet zijn ontworpen dat het bij een aanvaring een minimaal risico op een letsel oplevert. Verder moet de drone over navigatieverlichting beschikken en schrijven de Europese regels eisen voor op het gebied van maximale geluidsproductie.
Wil je met een drone van de categorie C1 vliegen? Dan dien je te beschikken over een Europees dronebewijs. Hiervoor dien je een cursus te volgen en een examen af te leggen. Eenmaal je dit dronebewijs hebt, is het toegestaan om gedurende vijf jaar met de drone te vliegen. Er mag zelfs over mensen worden gevlogen, maar niet over menigten.
Categorie C2
Drones binnen deze categorie zijn zwaarder dan C1-drones, maar mogen bij het opstijgen niet zwaarder wegen dan 4 kilogram. Tevens hebben ze een maximumsnelheid van 68 km/u en mogen ze niet hoger vliegen dan 120 meter. De drone dient te beschikken over een functie die de besturing overneemt als de radioverbinding wordt verbroken, het moet waarschuwen voor een lage accuspanning en het dient over een uniek serienummer te beschikken. Ook een geofencingsysteem is verplicht.
Bijzonder is dat deze drones als een kabeldrone mogen worden uitgevoerd. Dan is het niet nodig om een remote-ID uit te zenden. De kabellengte mag niet meer dan vijftig meter bedragen. Bovenop het Europees dronebewijs A1 + A3 is een aanvullend dronebewijs A2 verplicht.
Categorie C3
Drones die vallen in de categorie C3 mogen tot 25 kilogram wegen. Ten opzichte van deze drones gelden min of meer dezelfde eisen als ten aanzien van een drone in de categorie C2. Alsook mag deze drone worden uitgevoerd als een kabeldrone. Een dronebewijs A1 + A3 is verplicht. Bijzonder is dat je met deze drone ten minste 150 meter afstand moet houden van woonzones, handelszones, industriezones en recreatiezones. Dat heeft te maken met het hoge gewicht, wat een extra risico inhoudt.
Categorie C4
Drones die in deze categorie vallen, zijn een verhaal apart. Deze drones mogen niet meer wegen dan 25 kilogram. Ze beschikken echter niet over automatische besturingsmodi. Een geofencingsysteem is niet verplicht. Evenmin is een remote ID verplicht. Bestuurders moeten over het dronebewijs A1 + A3 beschikken. Net als bij de klasse C3 is het verplicht om afstand te houden van woonzones, handelszones, industriezones en recreatiezones.
Verschil tussen de Europese CE-markering en het Chinese CE-label
De Europese CE-markering is niet hetzelfde als het Chinese CE-label. De Europese CE-markering geeft aan dat een product voldoet aan de toepasselijke regels die gelden binnen de EER. Het is echter geen keurmerk, maar louter het resultaat van het EU-besluit 93/465/EEG.
De laatste jaren is ook het Chinese CE-label op steeds meer producten aan te treffen. Het Chinese CE-label staat voor China Export en lijkt erg sterk op de Europese CE-markering. Het Europese symbool is te herkennen aan de iets grotere afstand tussen de twee letters. Let dus goed op met Chinese drones waarop ogenschijnlijk de Europese CE-markering is aangebracht. Het kan gaan om een Chinees label. De drone voldoet dan mogelijk niet aan de Europese regelgeving.
Legacy drones en de overgangsregelgeving voor drones zonder label
In afwachting van de invoering van de Cx-labels mogen er nog steeds drones worden verkocht. Bij deze drones is het niet duidelijk tot welke categorie ze behoren en of ze al dan niet aan de eisen van de bovenstaande categorieën voldoen. Europa heeft hiervoor speciale regelgeving uitgewerkt, waardoor deze drones nog steeds mogen worden gebruikt. Europa noemt dit legacy drones. Het gewicht van deze legacy drones bepaalt onder welke categorie de drone valt.
Een legacy drone tot 500 gram valt in afwachting van de inwerkingtreding onder de Open Subcategorie A1. Bij drones tot 2 kg gaat het om de subcategorie A2 of A3. Legacy drones van meer dan 2 kg vallen in ieder geval onder de subcategorie A3. Deze drones dienen dus ten minste 150 meter afstand te houden van recreatiegebieden en bebouwing.
Opgelet: na de inwerkingtreding van de Europese regelgeving mogen legacy drones enkel nog in de subcategorie A3 worden gebruikt, behalve als ze minder wegen dan 250 gram. Dan vallen ze namelijk onder de subcategorie A1 waarvoor de regels veel soepeler zijn.
Alles over de Europese dronewetgevingVeelgestelde vragen over het Cx-label voor drones
De Europese dronewetgeving heeft de Nederlandse regels vervangen. Het voerde onder andere de Cx-labels in, net als een overgangsregeling voor de zogeheten legacy drones. De komende tijd wordt het een en ander uitgerold en dit zal gegarandeerd vragen oproepen. We beantwoorden, in afwachting van de definitieve uitrol, alvast een aantal veelgestelde vragen over het Cx-label voor drones.
Is het nog een goed idee om een legacy drone te kopen?
Dat is afhankelijk van wat je van plan bent om te kopen. Als je een drone van minder dan 250 gram koopt, stelt er zich geen probleem. Dan val je na de inwerkingtreding van de Europese regelgeving namelijk gewoon onder de subcategorie A1. Bij andere drones val je onder de subcategorie A3 en ben je toch sterk beperkt in je mogelijkheden. Dan kan je eigenlijk beter wachten om een drone te kopen die over een gunstiger Cx-label beschikt.
Waarover gaan de Europese normen voor drones?
Deze normen leggen eisen op aan producenten van drones. De Europese normen moeten de veiligheid van de drones op verschillende manieren garanderen. Ze hebben onder andere betrekking op de algemene productkenmerken, (network) remote identification, geo-awareness, verlichting, geocaging en flight termination systems. Welke eisen er gelden, is afhankelijk van de categorie waaronder de drone valt.
Wat zijn de ISO-normen voor drones?
De CE- en Cx-markering is een Europese aangelegenheid, de ISO-normen zijn mondiale normen. Net als de Europese normen leggen ook de mondiale normen een aantal eisen op aan producenten van drones. Het lijkt logisch dat producten overal ter wereld min of meer hetzelfde zijn, maar dat is eigenlijk het resultaat van dergelijke ISO-normen. Ook de ISO-commissies leggen heel strenge eisen op aan producenten van drones.
Hoe ontstaan de Europese normen voor drones?
Het is het instituut ASD-STAN (AeroSpace and Defence Industries Association of Europe) dat de normen opstelt. Daarvoor heeft het een werkgroep opgericht. Nationale afgevaardigden stellen in deze werkgroep gezamenlijk de inhoud vast. Daarvoor baseert men zich op de essentiële eisen die eerst door de Europese verordening zijn vastgelegd. Het uitwerken van de technische eisen gebeurt door experts, telkens in kleinere subgroepen. Eenmaal zo’n subgroep een thema heeft uitgewerkt, komt alles weer bij de bredere werkgroep te liggen. Als de werkgroep groen licht geeft, vindt er bij de nationale normalisatie-instituten een openbare consultatie plaats. Belanghebbenden kunnen via het normalisatie-instituut in hun eigen land commentaar geven op de eisen. Eenmaal al deze commentaren zijn verwerkt, wordt de conceptnorm ter stemming voorgelegd. Hierbij geldt een gewogen stemming: grotere lidstaten hebben een zwaardere stem.
Wat houdt de Europese dronewetgeving in?
De Europese regelgeving vervangt de Nederlandse dronewetgeving. Hierbij maakt de Europese regelgeving niet langer een onderscheid tussen professionals en hobbyisten. In de plaats daarvan deelt Europa de drones op in drie categorieën: open, specific en certified. Drones tot 25 kilogram behoren tot de open categorie. Deze open categorie is in drie subcategorieën onderverdeeld (A1, A2 en A3), telkens met eigen eisen.