Aansprakelijkheid van de wegbeheerder
In het wegverkeer zijn er veel partijen die verantwoordelijkheid dragen en die aansprakelijk kunnen zijn bij een ongeval. Daarbij mag ook de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder niet worden onderschat. De wegbeheerder moet er namelijk voor zorgen dat de wegen veilig, bruikbaar en toegankelijk zijn voor het publiek. Gevaarlijke situaties moeten worden aangegeven en opgelost. Bij een dergelijke verantwoordelijkheid hoort ook altijd een risico op aansprakelijkheidsclaims. Als de wegbeheerder het nalaat om de weg veilig te maken en te houden, kan de wegbeheerder aansprakelijk zijn voor de schade die hieruit voortvloeit.
Inhoudsopgave
Twee mogelijke aansprakelijkheidsgronden bij aansprakelijkheid van de wegbeheerder
In het Burgerlijk Wetboek zijn twee artikelen opgenomen op basis waarvan de wegbeheerder aansprakelijk kan worden gesteld. Het gaat om de artikelen 6:162 BW en 6:174 BW. Welk artikel wordt aangewend, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Hoe dan ook kunnen verhaal nemende uitkeringsinstanties en verzekeraars zich enkel op het eerste artikel beroepen. Dit volgt uit de bepalingen van artikel 6:197 BW.
Houd er rekening mee dat deze artikelen met name betrekking hebben op de aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Soms kunnen ook andere partijen aansprakelijk zijn en dit op basis van andere aansprakelijkheidsregels. Dit is bijvoorbeeld het geval als een boom op een aangrenzend perceel staat en op de weg valt.
Artikel 6:174 BW
Op grond van dit artikel is de wegbeheerder verantwoordelijk voor het ontwerpen, inrichten en onderhouden van de weg. Het artikel legt uit wanneer een weg voldoende onderhouden is. Het biedt dus een kader voor wie de wegbeheerder wegens een gebrekkig onderhoud aansprakelijk wil stellen. Het artikel heeft echter alleen betrekking op een gebrekkig onderhoud aan verharde wegen, niet aan onverharde wegen.
Opdat het artikel van toepassing zou zijn, maakt het niet uit of het gaat om een particuliere of een openbare weg. Bij een particuliere weg is het uiteraard niet het overheidslichaam dat voor een goed onderhouden weg moet zorgen, maar de bezitter die dan als wegbeheerder optreedt. Ook gaat het bij dit artikel om meer dan alleen het oppervlak waarop men zich voortbeweegt, de openbare weg omvat namelijk ook de weguitrusting. Denk dan aan onder meer verkeerslichten, lantaarnpalen, bermen en verkeersborden, maar niet aan opstallen als bomen en struiken langs de weg. Soms is het voor discussie vatbaar wat al dan niet tot de openbare weg kan worden gerekend.
Tenzij-clausule bij artikel 6:174 BW
Wanneer vast komt te staan dat de weg gebrekkig is volgens artikel 6:174 BW, kan de wegbeheerder op basis van de tenzij-clausule aantonen dat hij niet aansprakelijk is. Dit wil zeggen dat de wegbeheerder aansprakelijk is, tenzij hij kan aantonen dat hij de schade ook niet had kunnen voorkomen als hij onmiddellijk bekend was geweest met het gebrek. De wegbeheerder had met andere woorden onvoldoende tijd om maatregelen te treffen en kan niet aansprakelijk worden gesteld.
Artikel 6:162 BW
Het artikel 6:162 BW behandelt de vraag in welke mate een wegbeheerder heeft voldaan aan zijn onderhoudsplicht. Als de wegbeheerder hieraan heeft voldaan, kan de wegbeheerder namelijk niet aansprakelijk worden gesteld. Dit artikel heeft in tegenstelling tot artikel 6:174 BW ook betrekking op onverharde wegen. Daarnaast is het van toepassing bij vloeistoffen en voorwerpen op de verharde weg. Vooral wanneer er iets op de weg terechtkomt, zoals een afgewaaide tak of een afgevallen lading, wordt dit artikel vaak naar voren gebracht. De wegbeheerder heeft namelijk de taak om de weg voldoende te inspecteren op onregelmatigheden en om deze tijdig weg te nemen. Verzekeraars en uitkeringsinstanties kunnen bij hun verhaalsrecht wel een beroep doen op dit artikel, maar niet op artikel 6:197 BW.
Dit artikel kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de wegbeheerder aansprakelijk te stellen als iemand struikelt over de stroomkabels die marktlieden leggen (ECLI:NL:HR:2016:2283) of bij het uitglijden op een weg die glad is door sneeuw of ijzel. In ieder geval moet worden aangetoond dat de onrechtmatige daad aan de wegbeheerder toe te rekenen is. Dit wil meteen ook zeggen dat de wegbeheerder in de eerste plaats op de hoogte diende te zijn van het risico. Ten tweede had de wegbeheerder het risico kunnen beperken of voorkomen en ten derde heeft de wegbeheerder dit niet gedaan. De wegbeheerder moet een goed plan van aanpak hebben en dit plan ook uitvoeren, laat dat duidelijk zijn.
Statische en dynamische veiligheid van de openbare weg
Bij het vaststellen van eventuele onregelmatigheden en gebreken aan de openbare weg, maakt men vaak het onderscheid tussen de statische veiligheid van de weg en de dynamische veiligheid van de weg. De statische veiligheid heeft betrekking op het wegontwerp en de weginrichting, terwijl de dynamische veiligheid eerder betrekking heeft op het onderhouden van de openbare weg.
Statische veiligheid van de openbare weg
De statische veiligheid heeft betrekking op het inrichten en ontwerpen van de weg. Een veilige weg begint bij een veilig ontworpen en ingerichte weg. Het gaat ook over het bepalen waar welk verkeer is toegestaan, bijvoorbeeld het landbouwverkeer. In de praktijk kan de wegbeheerder niet een 100% veilige weg ontwerpen. Wel kan de wegbeheerder dingen doen om de weg veiliger te maken, bijvoorbeeld vangrails plaatsen en waarschuwen voor een onveilige situatie. Bij het ontwerpen van de weg dient men in ieder geval rekening te houden met de CROW-richtlijnen. De wegbeheerder die de weg aanlegt, dient deze richtlijnen goed te volgen. Indien de richtlijnen worden genegeerd en de weg onveilig wordt ontworpen, kan de wegbeheerder eenvoudig aansprakelijk worden gesteld. Over het algemeen wordt aangenomen dat een wegbeheerder die redelijk handelt op zijn minst op de hoogte dient te zijn van de recente inzichten over veilig wegontwerp.
Dynamische veiligheid van de openbare weg
De dynamische veiligheid van de openbare weg heeft betrekking op het onderhouden van de weg en het weghouden en verwijderen van voorwerpen die niet op de weg thuishoren. De wegbeheerder moet de weg dus blijvend controleren op slijtage, onregelmatigheden, afgewaaide takken na een storm en dergelijke meer. Hierbij geldt dat de wegbeheerder niet overal tegelijkertijd kan zijn en ook beperkte financiële middelen heeft, waardoor niet elk putje in de weg meteen kan worden hersteld. De weggebruiker dient dus met enig risico rekening te houden. Zeker op een dorpsweggetje mogen er wat meer putten worden verwacht. Anderzijds, men mag van een autosnelweg verwachten dat deze in een betere staat is dan een dorpsstraat.
In de praktijk levert dit vaak discussies op. De te verwachten staat van onderhoud hangt namelijk af van de financiële mogelijkheden van de wegbeheerder en van de aard van de weg. De wegbeheerder heeft het recht – en zelfs de plicht – om bepaalde prioriteiten te stellen, om ervoor te zorgen dat de financiële middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet om zoveel mogelijk mensen veilig aan het verkeer te laten deelnemen. Over het algemeen neemt men aan dat het verbeteren van de verkeersveiligheid belangrijker is dan het uitbreiden van het wegennet. Echter, soms is het uitbreiden van het wegennet belangrijk om andere wegen te ontlasten en veiliger te maken.
Gevaarlijke situaties verhelpen en waarschuwen voor gevaar
Weggebruikers dienen er altijd bedacht op te zijn dat andere weggebruikers onvoorzichtig kunnen zijn. Zeker ten aanzien van voetgangers en fietsers is dit een belangrijke regel. Op dezelfde manier mag ook van de wegbeheerder worden verwacht dat hij rekening houdt met het redelijk te verwachten gedrag van weggebruikers. Dit omvat ook enige onvoorzichtigheid die zij aan de dag leggen. De prioriteit blijft het wegnemen van onveilige situaties waarmee voorzichtige en in enige mate onvoorzichtige weggebruikers worden geconfronteerd.
Als dit niet mogelijk is, kan het volstaan om voor onveilige situaties te waarschuwen. Er zijn al situaties geweest waarbij de Hoge Raad aannam dat een waarschuwing niet nodig was. Dit is met name het geval als een redelijk oplettende en voorzichtige bestuurder duidelijk het gevaar zou moeten opmerken. Ook de weggebruiker dient namelijk altijd een redelijke mate van oplettendheid aan de dag te leggen met betrekking tot de staat van de weg.
Aansprakelijkheid van de wegbeheerder voor fouten van anderen
De wegbeheerder zal veel taken uitbesteden, zoals het aanleggen en onderhouden van de wegen. In sommige gevallen kan de wegbeheerder aansprakelijk zijn als de partij waaraan deze taak is uitbesteed een fout maakt. De wegbeheerder is dan samen met de aannemer aansprakelijk. Dit was bijvoorbeeld het geval bij een zaak in 2020 (ECLI:NL:RBOBR:2020:4978). Daarbij was er sprake van een aanrijding door een verkeerssituatie die verkeerd was aangegeven. De gemeente had wel goede plannen gemaakt, maar de aannemer had de bebording niet geplaatst. Van een goede wegbeheerder mag worden verwacht dat hij controles uitvoert en de door de aannemer uitgevoerde werken inspecteert op het gebied van veiligheid.
Veelgestelde vragen over de aansprakelijkheid van de wegbeheerder
Dat we in Nederland veilig op de weg kunnen rijden, komt niet alleen doordat er duidelijke verkeersregels zijn. Het komt ook doordat de wegbeheerders verplicht zijn om de wegen veilig te ontwerpen en veilig te houden. Als de wegbeheerder niet aan deze verplichting voldoet, kan de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Als je hier vragen over hebt, is het aan te raden om de onderstaande FAQ door te nemen.
Wie of wat is een wegbeheerder?
Een wegbeheerder is een entiteit die de verantwoordelijkheid draagt voor het beheer en het onderhoud van de wegen. Dit omvat taken zoals het repareren van wegen, zorgen voor de veiligheid van de weggebruikers, coördineren van wegverkeer en reageren op veranderende (weers)omstandigheden. De wegbeheerders in Nederland kunnen de Rijkswaterstaat, de provincies, de gemeenten of de waterschappen zijn. De waterschappen zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de waterschapswegen en de provincies zijn verantwoordelijk voor de provinciale wegen op hun grondgebied.
Wanneer is de wegbeheerder niet aansprakelijk?
De wegbeheerder heeft een risicoaansprakelijkheid en is aansprakelijk voor gebreken aan de weg die bij een normaal rijgedrag risico en schade opleveren. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Zo is de wegbeheerder niet aansprakelijk als hij de schade niet kon voorkomen, als er onvoldoende tijd was om de weg te controleren of te onderhouden, als er te weinig middelen waren om de weg te controleren of te onderhouden en als het ongeluk aan het slachtoffer zelf te wijten is.
Hoe kan ik de wegbeheerder aansprakelijk stellen?
De wegbeheerder is altijd schriftelijk aansprakelijk te stellen. Zorg voor voldoende bewijzen, want je moet kunnen bewijzen dat er schade is opgetreden en dat deze schade het gevolg is van een gebrek aan de weg.
Welke bewijzen verzamel ik als ik de wegbeheerder aansprakelijk wil stellen?
Fotografische bewijzen van de plek van het ongeval en de specifieke wegcondities kunnen nuttig zijn. Verder kan het waardevol zijn om politierapporten van het ongeval te verzamelen en getuigenverklaringen van het incident te verzamelen. Het kan ook nuttig zijn om medische rapporten, bonnetjes en bewijzen van reparatiekosten te verzamelen.
Welke maatregelen kunnen wegbeheerders treffen om de aansprakelijkheid te verminderen?
Om hun aansprakelijkheid te verminderen, dienen wegbeheerders goede en veilige wegen te ontwerpen. Daarnaast dienen wegbeheerders proactief maatregelen te treffen. Denk aan regelmatige inspecties, goed onderhoud van de wegen, het snel aanpakken van gemelde problemen en het implementeren van veiligheidsmaatregelen, het zorgen voor voldoende signalering en verlichting enzovoort. De middelen van de wegbeheerder zijn beperkt, dus het stellen van de juiste prioriteiten is belangrijk.