Billijkheidscorrectie
Bij het bepalen van de schadevergoedingsplicht houdt men rekening met alle omstandigheden van het geval. De fouten die over en weer zijn gemaakt, spelen daarbij een belangrijke rol. Op basis hiervan wordt er een eigenschuldpercentage toegepast. Een deel van de schade wordt dan niet vergoed. In sommige gevallen kan hiervan worden afgeweken. Indien er sprake is van een verkeersongeval tussen een gemotoriseerde en een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer is er bijvoorbeeld een algemene billijkheidscorrectie. Hierdoor zal de niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer altijd ten minste vijftig procent van de schade vergoed krijgen. Aanvullend kan er ook een concrete billijkheidscorrectie worden toegepast.
Inhoud
Billijkheidsfactoren
Of de voetganger of de fietser meer krijgt dan een schadevergoeding van 50% is onder andere afhankelijk van de billijkheidscorrectie. De 50%-regel is op zich reeds een algemene toepassing van de billijkheidscorrectie, maar soms kunnen de feiten ook een concrete toepassing van de billijkheidscorrectie noodzakelijk maken. Daarbij moet rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden van het geval. De rechter kan daarbij met diverse factoren rekening houden. Een aantal van deze factoren zijn hieronder weergegeven.
Eigen schuld, causale verdeling en algemene billijkheidscorrectie
De 50%-regel legt een ondergrens op: bij een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en een niet-gemotoriseerd voertuig dient de bestuurder van het motorrijtuig ten minste 50% van de schade te vergoeden. Ook als de fietser of de voetganger eigen schuld treft. Als dit eigenschuldpercentage minder dan 50% bedraagt, dient de motorrijtuigbestuurder uiteraard meer dan 50% van de schade te vergoeden.
Maar als het eigenschuldpercentage meer dan 50% bedraagt, dient de motorrijtuigbestuurder ten minste 50% van de schade te vergoeden. Dit is een algemene toepassing van de billijkheidscorrectie: eerst bepaalt men het percentage eigen schuld. Als dit hoger ligt dan vijftig procent, volgt de algemene billijkheidscorrectie en wordt de schadevergoeding op vijftig procent vastgelegd. Voor deze algemene billijkheidscorrectie volstaat het dat er aan de voorwaarden van artikel 185 WVW is voldaan. Daarna volgt de concrete billijkheidscorrectie en houdt de rechter ook rekening met andere factoren die hieronder zijn weergegeven.
Ernst van de wederzijdse fouten
Mogelijk hebben beide partijen fouten gemaakt. De mate waarin de fout heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval zal de schadevergoedingsplicht bepalen. De ene fout kan daarbij ernstiger zijn dan de andere fout. De rechter kan met dit verschil in ernst rekening houden bij het toepassen van de billijkheidscorrectie. Ook met de mate van verwijtbaarheid kan de rechter rekening houden.
Kwetsbaarheid van het slachtoffer
De rechter kan rekening houden met de kwetsbaarheid van het slachtoffer, bijvoorbeeld als het slachtoffer een lichamelijke of een geestelijke tekortkoming heeft. Ook de kwetsbaarheid onder bepaalde omstandigheden kan een rol spelen. Bij een eerdere rechtszaak hield de rechter bijvoorbeeld rekening met de kwetsbaarheid van zwemmers, snorkelaars en duikers in het water ten opzichte van een waterscooter. Deze mensen hadden niet per se een tekortkoming, maar in het water zijn ze wel extra kwetsbaar.
Leeftijd van het slachtoffer
Zowel het hebben van een jeugdige leeftijd als het hebben van een hoge leeftijd kan aanleiding geven voor een billijkheidscorrectie. Dit houdt verband met de kwetsbaarheid van het slachtoffer: jeugdige verkeersdeelnemers en oudere verkeersdeelnemers zijn extra kwetsbaar. Bovendien zijn de gevolgen van een ongeval voor een oudere vaak extra groot, omdat ze fragieler zijn en bepaalde reflexen ontbreken.
Gevolgen van het ongeval
Indien het ongeval ernstige gevolgen heeft, kan de rechter hier rekening mee houden en een billijkheidscorrectie toepassen. Dit doet men over het algemeen enkel bij zeer ernstige gevolgen. Voorbeelden hiervan zijn een dwarslaesie, waarbij iemand verlamd is, of een amputatie van een ledemaat.
Betriebsgefahr
Het Betriebsgefahr is het risico dat een motorrijtuig met zijn gewicht en snelheid meebrengt. Snelle en zware auto’s zullen bij een ongeval namelijk zorgen voor extra veel schade aan een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer. Bij de billijkheidscorrectie kan de rechter hiermee rekening houden, bijvoorbeeld als het motorrijtuig een zware vrachtwagen is.
Verzekering
De rechter kan rekening houden met eventuele verzekeringen. Als de dader bijvoorbeeld goed is verzekerd voor het ongeluk en het slachtoffer niet, kan dit aanleiding geven tot een billijkheidscorrectie. Doordat een WA-verzekering in Nederland verplicht is voor gemotoriseerde rijtuigen wordt deze billijkheidsfactor vaak aangewend. Daarbij zal de rechter ook rekening houden met de draagkracht van een eventuele verzekering.
Billijkheidscorrectie in letselschadezaken
De toepassing van de concrete billijkheidscorrectie vereist een grondige studie van de specifieke letselschadezaak. Geval per geval zal anders worden beslist. Om het een en ander te verduidelijken, is het dan ook raadzaam om er de jurisprudentie bij te nemen. Een aantal geselecteerde rechtszaken tonen mooi aan hoe de billijkheidscorrectie in letselschadezaken kan worden toegepast.
Aanrijding door een auto: 50% wordt 100% schadevergoeding
Een auto kreeg een klapband en kwam tot stilstand tegen de vangrail van de linkerrijbaan. Een inzittende wilde samen met een aantal andere personen de auto naar de vluchtstrook duwen. Hij werd als voetganger aangereden door een andere auto (Volvo) en liep een blijvend letsel op. Ten gevolge van het ongeval werd zijn rechteronderbeen geamputeerd. Zijn linkeronderbeen was gebroken, zijn rechterhand was op twee plaatsen gebroken en verder kreeg hij ook nog te maken met een longkneuzing, snijwonden en een C2-fractuur. Het slachtoffer handelde niet correct en had achter de vangrail moeten gaan staan. Er was dus sprake van een ernstige vorm van eigen schuld.
Op basis van de algemene billijkheidscorrectie krijgt het slachtoffer ten minste 50% van zijn schade vergoed. De rechter houdt echter ook rekening met andere factoren: er kan de bestuurder van de Volvo een ernstig verwijt worden gemaakt (hij had zijn snelheid niet aangepast) en er was sprake van ernstig letsel bij het slachtoffer. Daarom krijgt het slachtoffer alsnog 100% van de schade vergoed.
Aanrijding fietser: 75% wordt 90% schadevergoeding
Bij een ongeval tussen een vrachtwagen en een fietser werden er over en weer fouten gemaakt. De fietser fietste enerzijds op de stoep langs de vrachtwagen en was hierdoor niet goed zichtbaar. Anderzijds had de vrachtwagen verzuimd om de fietser voorrang te verlenen. De fietser liep een verbrijzelde elleboog op, alsook wonden over de boven- en onderarm. De rechter legt het eigenschuldpercentage vast op 25%. Normaal gesproken zou de fietser dus 75% van de schade vergoed kunnen krijgen. Op basis van verschillende billijkheidsfactoren (de vrachtwagenchauffeur was verzekerd, het letsel was ernstig en de door de vrachtwagen gemaakte fout was ernstig) beslist de rechter dat de fietser 90% van de schade vergoed moet krijgen.
Roekeloze fietser wordt aangereden: 10% wordt 20% schadevergoeding
Er vond een aanrijding plaats tussen een fietser en een automobilist. Op het moment dat de auto de plek naderde waar de fietser stilstond, namelijk op ongeveer vijftig meter van een fietsoversteekplaats, stak de fietser ineens de weg over. De automobilist kon een aanrijding niet meer voorkomen. De fietser had een fout gemaakt en was roekeloos. Het was namelijk verboden om in die richting over te steken. De automobilist had dan weer te veel gedronken (ongeveer 18 biertjes en 1,5 liter wijn).
Wegens een aan opzet grenzende roekeloosheid kon de algemene billijkheidscorrectie niet worden toegepast. Doordat de fietser voor 90% aan het ontstaan van de schade had bijgedragen, kon hij slechts een schadevergoeding van 10% van zijn schade krijgen. De rechter paste echter de concrete billijkheidscorrectie toe op basis van de ernst van het letsel (een verbrijzelde voet) en het Betriebsgefahr. Hierdoor krijgt de fietser een schadevergoeding van 20% van zijn schade.
Aanrijding op een bedrijfsterrein: 50% wordt 100% schadevergoeding
Op een bedrijfsterrein lost een heftruckchauffeur een vrachtauto. Daarbij vindt er een ongeval plaats met de vrachtwagenchauffeur die op dat moment uitgestapt en dus niet-gemotoriseerd is. De vrachtwagenchauffeur loopt ernstig letsel op: hij verliest vier vingers. Volgens de normale regels heeft de vrachtwagenchauffeur recht op een schadevergoeding van 50% van zijn schade. De rechter past echter een concrete billijkheidscorrectie toe. Hij houdt daarbij rekening met het gewicht en de massa van de heftruck (Betriebsgefahr) en de ernst van het letsel. Hierdoor krijgt de vrachtwagenchauffeur alsnog 100% van zijn schade vergoed.
Positie van de regresnemer in het kader van de billijkheidscorrectie
Als een verzekeraar of een uitkeringsinstantie vergoedingen toekent aan het slachtoffer van een ongeval treedt de verzekeraar of de uitkeringsinstantie in de rechten van het slachtoffer. De verzekeraar of de uitkeringsinstantie wordt dan een regresnemer: men kan in de plaats van het slachtoffer een schadevergoeding vorderen en zo (deels) de betaalde sommen terugkrijgen.
In dit geval is er slechts sprake van een beperkte subrogatie in zieligheid. Dergelijke regresnemers hebben een andere positie dan het slachtoffer zelf. Hierdoor kunnen deze regresnemers geen beroep doen op de algemene billijkheidscorrectie (50%- of 100%-regel). Verder bestaat er geen verschil tussen de benadeelde en de regresnemer. De toepassing van de concrete billijkheidscorrectie is dus wel mogelijk. Doorgaans zal deze billijkheidscorrectie slechts leiden tot een beperkte aanpassing van de schadevergoedingsplicht.
Veelgestelde vragen over de billijkheidscorrectie
De billijkheidscorrectie is een manier om de schadevergoedingsplicht aan te passen indien een letterlijke toepassing van het aansprakelijkheidsrecht voor een slecht buikgevoel zorgt. Het klinkt als een heel subjectieve toepassing van het recht, maar door de rechtspraak is er wel degelijk het een en ander gestandaardiseerd. Desondanks valt het te begrijpen dat je hier mogelijk nog vragen over hebt. Hieronder vind je in elk geval het antwoord op een aantal veelgestelde vragen over de billijkheidscorrectie.
Hoe groot is de billijkheidscorrectie?
De rechter heeft enige vrijheid bij het bepalen van de grootte van de concrete billijkheidscorrectie. Daarbij houdt hij rekening met de concrete omstandigheden van het geval. In de praktijk is de billijkheidscorrectie vaak een uitzondering. Als rechters afwijken van de causale verdeling (en de algemene billijkheidscorrectie), is dit vaak slechts heel beperkt. Het gaat meestal om afwijkingen van minder dan 20%. Billijkheidscorrecties van 50% of meer komen slechts bij wijze van uitzondering voor.
Met welke billijkheidsfactor wordt het vaakst rekening gehouden?
Uit een eerder onderzoek dat werd uitgevoerd door Salva Schaderecht Advocatuur, waarbij tachtig uitspraken onder de loep werden genomen, bleek dat de ernst van het letsel het vaakst als billijkheidsfactor wordt genoemd. Het ging om 77,7% van alle gevallen waarin de billijkheidscorrectie werd toegepast. Slechts in 30% van de gevallen werd alleen de ernst van het letsel benoemd, in de andere gevallen werden er verschillende billijkheidsfactoren genoemd. Veelal gaat het dus eerder om een combinatie van verschillende billijkheidsfactoren dan om een enkele billijkheidsfactor.
Geldt de billijkheidscorrectie enkel voor niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers ouder dan 14 jaar?
Nee, bij niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers jonger dan 14 jaar wordt de algemene billijkheidscorrectie al automatisch toegepast. Hierdoor zal de jongere 100% van zijn schade vergoed krijgen. Een toepassing van de concrete billijkheidscorrectie is dan niet nodig. Als de algemene billijkheidscorrectie om de een of de andere reden niet kan worden toegepast, is een toepassing van de concrete billijkheidscorrectie wel nog altijd mogelijk.
Waar staat de billijkheidscorrectie in de wet?
De billijkheidscorrectie is opgenomen in artikel 6:101 BW. Dit artikel bespreekt de vergoedingsplicht op basis van het percentage eigen schuld. Het artikel sluit echter af met de volgende bepaling: “met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.” Het is deze bepaling die de billijkheidscorrectie een wettelijke basis geeft.
Kan de billijkheidscorrectie worden toegepast bij 100% eigen schuld?
Ja, dat is mogelijk. Dit wordt overigens ook al gedaan bij de toepassing van de algemene billijkheidscorrectie. Als een fietser 100% eigen schuld treft, kan hij nog altijd 50% schade vergoed krijgen op de grond van de algemene billijkheidscorrectie (50%-regel). 100% eigen schuld biedt voor de motorrijtuigbestuurder namelijk geen uitweg. Daarvoor dient er sprake te zijn van overmacht. Dat wil zeggen dat de motorrijtuigbestuurder niets te verwijten valt en dat de gedragingen van de fietser zo onvoorspelbaar en roekeloos waren dat de motorrijtuigbestuurder ze niet had hoeven te verwachten.